Hoofdstuk 2 | ||
1.2 | Definities, meeteenheden en afkortingen | |
1.2.1 | Definities | |
1.2.2 | Meeteenheden |
Hoofdstuk 5 | ||
1.5 | Afwijkingen | |
1.5.1 | Tijdelijke afwijkingen | |
1.5.2 | Gereserveerd |
- Tenzij de kenmerken en etiketten vereist volgens hoofdstuk 5.2, met uitzondering van 5.2.1.3 tot en met 5.2.1.6, 5.2.1.7.2 tot en met 5.2.1.7.8 en 5.2.1.10, representatief voor alle gevaarlijke goederen in de oververpakking zichtbaar zijn, moet een oververpakking:
- het woord "OVERVERPAKKING" bevatten. De letters van het woord “OVERVERPAKKING” moeten ten minste 12 mm hoog zijn. De aanduiding moet zijn gesteld in een officiële taal van het land van herkomst en bovendien, indien deze taal niet het Engels, Frans of Duits is, in het Engels, Frans of Duits, tenzij eventuele overeenkomsten die tussen de bij het vervoer betrokken landen gesloten zijn, anders bepalen; en
- geëtiketteerd en gekenmerkt zijn met het UN-nummer en andere kenmerken zoals voorgeschreven voor colli in hoofdstuk 5.2, met uitzondering van 5.2.1.3 tot en met 5.2.1.6, 5.2.1.7.2 tot en met 5.2.1.7.8 en 5.2.1.10, voor alle afzonderlijke gevaarlijke goederen die in de oververpakking aanwezig zijn. Elk afzonderlijk kenmerk of etiket hoeft slechts eenmaal te worden aangebracht.
Oververpakkingen die radioactieve stoffen bevatten, moeten volgens 5.2.2.1.11 worden geëtiketteerd.
- Richtinggevende pijlen, afgebeeld in 5.2.1.10, moeten te zien zijn op twee tegenover elkaar gelegen zijden van oververpakkingen met colli die van een kenmerking overeenkomstig 5.2.1.10.1 moeten zijn voorzien, tenzij de kenmerken zichtbaar blijven.
De opschriften en kenmerkingen op colli, containers, tanks en voertuigen, dan wel op de oververpakkingen van colli, zijn in ieder geval gesteld in de Nederlandse, Franse, Duitse of Engelse taal.
Van elk collo waarop de richtinggevende kenmerken voorgeschreven in 5.2.1.9 zijn aangebracht en dat in een oververpakking of een grote verpakking is geplaatst, moet de stand overeenkomen met deze kenmerken.
5.1.3
Lege, ongereinigde verpakkingen (met inbegrip van IBC's en grote verpakkingen), tanks, MEMU’s, voertuigen en containers voor vervoer als los gestort goed
Lege, ongereinigde verpakkingen (met inbegrip van IBC's en grote verpakkingen), tanks (met inbegrip van tankwagens, batterijwagens, afneembare tanks, transporttanks, tankcontainers, MEGC’s en MEMU’s), voertuigen en containers voor vervoer als los gestort goed, die gevaarlijke goederen van de verschillende klassen met uitzondering van klasse 7 hebben bevat, moeten van kenmerking en etiketten zijn voorzien alsof ze vol waren.
Opmerking: Zie hoofdstuk 5.4 voor de documentatie.
Containers, tanks, IBC's en andere verpakkingen en oververpakkingen die voor het vervoer van radioactieve goederen worden gebruikt, mogen niet voor de opslag of het vervoer van andere stoffen worden gebruikt, tenzij zij zijn ontsmet tot onder het niveau van 0,4 Bq/ cm2 voor bèta- en gammastralers, alsmede voor alfastralers van geringe toxiciteit en 0,04 Bq/cm2 voor alle andere alfastralers.
Gezamenlijke verpakking
Wanneer twee of meer gevaarlijke goederen in dezelfde buitenverpakking zijn verpakt, moet het collo zijn geëtiketteerd en gemerkt zoals voor elke stof of elk voorwerp wordt vereist. Indien voor verschillende goederen hetzelfde etiket wordt vereist, behoeft het slechts eenmaal te worden aangebracht.
5.1.5
Algemene voorschriften voor klasse 7
5.1.5.1
Goedkeuring van verzendingen en kennisgeving
Algemeen
In aanvulling op de goedkeuring voor het model van het collo die is omschreven in hoofdstuk 6.4, is multilaterale goedkeuring voor verzending eveneens vereist onder bepaalde omstandigheden (5.1.5.1.2 en 5.1.5.1.3). In sommige omstandigheden is het eveneens noodzakelijk om de bevoegde autoriteiten in kennis te stellen van een verzending (5.1.5.1.4).
Goedkeuring van verzending
Multilaterale goedkeuring is vereist voor:
- de verzending van colli van type B(M) die niet voldoen aan de bepalingen van 6.4.7.5 of die speciaal zijn ontworpen voor de mogelijkheid van intermitterende druknivellering;
- de verzending van colli van type B(M) met radioactieve stoffen, waarvan de activiteit hoger is dan 3000 A1 of 3000 A2, al naar gelang, of 1000 TBq indien deze waarde lager is;
- de verzending van colli die splijtbare stoffen bevatten, indien de som van de criticaliteits-veiligheidsindices van de colli in een enkel voertuig of enkele container 50 overschrijdt en;
- Gereserveerd
- de verzending van SCO-II
behalve dat de bevoegde autoriteit het vervoer over haar grondgebied zonder vergunning kan toestaan op grond van een bijzondere bepaling in de goedkeuring van het model (zie 5.1.5.2.1).
Goedkeuring van een verzending op grond van een speciale regeling
Door een bevoegde autoriteit kunnen bepalingen worden goedgekeurd waaronder een zending, die niet voldoet aan alle van toepassing zijnde voorschriften van het ADR, ingevolge een speciale regeling wordt vervoerd (zie 1.7.4).
Kennisgevingen
Kennisgeving aan de bevoegde autoriteiten is als volgt vereist:
- Voorafgaand aan de eerste verzending van enig collo waarvoor goedkeuring door de bevoegde autoriteit vereist is, moet de afzender ervoor zorgen dat kopieën van elk certificaat, dat betrekking heeft op het model van het collo, ingediend zijn bij de bevoegde autoriteit van
het land van oorsprong van de zending en de bevoegde autoriteit van elk land, waardoor of waarbinnen de zending moet worden vervoerd. De afzender hoeft bevestiging van ontvangst door de bevoegde autoriteit niet af te wachten, noch is de bevoegde autoriteit verplicht om een dergelijke bevestiging van ontvangst van het certificaat te verstrekken; - Voor elk van de volgende soorten verzendingen:
- colli van type C die radioactieve stoffen bevatten met een activiteit groter dan 3000 A1 of 3000 A2, al naar gelang, of 1000 TBq, indien deze waarde lager is;
- colli van type B(U) colli die radioactieve stoffen bevatten met een activiteit groter dan 3000 A1 of 3000 A2, al naar gelang, of 1000 TBq, indien deze waarde lager is;
- colli van type B(M);
- verzending conform een speciale regeling,
moet de afzender de bevoegde autoriteit van het land van oorsprong van de zending en de bevoegde autoriteit van elk land, over het grondgebied waarvan de zending wordt vervoerd, in kennis stellen. Deze kennisgeving dient in bezit te zijn van elke bevoegde autoriteit voorafgaand aan het vertrek van de zending, en bij voorkeur ten minste 7 dagen van tevoren;
- De afzender is niet verplicht een afzonderlijke kennisgeving te verzenden indien de vereiste informatie is vermeld in de aanvraag voor goedkeuring van de verzending (zie 6.4.23.2);
- De kennisgeving van verzending dient te omvatten:
- voldoende informatie om het collo of de colli te kunnen identificeren, in het bijzonder de nummers en de kentekens van de bijbehorende certificaten;
- informatie over de werkelijke datum van verzending, de verwachte datum van aankomst en de te volgen route;
- de naam (namen) van de radioactieve stof (fen) of de nuclide(n);
- beschrijvingen van de fysieke en chemische toestand van de radioactieve stoffen, of de vermelding dat het een radioactieve stof in speciale toestand of een gering verspreidbaar radioactieve stof betreft; en
- de hoogste activiteit van de radioactieve inhoud tijdens het vervoer, uitgedrukt in becquerel (Bq) met een bijbehorend SI-symbool voor het voorvoegsel (zie 1.2.2.1). Bij splijtbare stoffen mag de massa van de splijtbare stoffen (of indien van toepassing bij mengsels de massa van elk splijtbaar nuclide) in gram (g), of veelvouden daarvan, worden gebruikt in plaats van de activiteit.
5.1.5.2
Certificaten, uitgegeven door de bevoegde autoriteit
Certificaten, die worden uitgegeven door de bevoegde autoriteit, zijn vereist voor het volgende:
- Modellen voor
- radioactieve stoffen in speciale toestand ;
- gering verspreidbare radioactieve stoffen;
- splijtbaar materiaal dat is vrijgesteld onder 2.2.7.2.3.5 (f);
- colli die 0,1 kg of meer uraniumhexafluoride bevatten;
- colli die splijtbare stoffen bevatten, tenzij uitgezonderd in 2.2.7.2.3.5, 6.4.11.2 of 6.4.11.3;
- colli van type B(U) en colli van type B(M);
- colli van type C;
- Speciale regelingen;
- Bepaalde zendingen (zie 5.1.5.1.2);
- Vaststelling van de basiswaarden van radionucliden zoals bedoeld in 2.2.7.2.2.1 voor individuele radionucliden die niet zijn opgenomen in tabel 2.2.7.2.2.1 [zie 2.2.7.2.2.2 (a)];
- Alternatieve grenswaarden voor de activiteit voor een vrijgestelde zending van instrumenten of voorwerpen [zie 2.2.7.2.2.2 (b)]
De certificaten moeten bevestigen dat aan de van toepassing zijnde voorschriften is voldaan, en moeten voor goedkeuringen van het model een identificatiekenmerk aan het model toekennen.
De certificaten van goedkeuring voor het model van het collo en de verzending kunnen worden gecombineerd tot een enkel certificaat.
Certificaten en aanvragen voor dergelijke certificaten moeten voldoen aan de voorschriften in 6.4.23.
Voor modellen van colli waarvoor een door een bevoegde autoriteit uitgegeven certificaat van goedkeuring niet vereist is, moet de afzender desgevraagd schriftelijke bewijzen kunnen overleggen aan de desbetreffende bevoegde autoriteit dat voldaan is aan alle voorschriften die van toepassing zijn voor het model van de colli.
5.1.5.3
Bepaling van de transportindex (TI) en de criticaliteits-veiligheidsindex (CSI)
Onder de transportindex (TI) voor een collo, oververpakking of container, of voor onverpakte LSA-I-stoffen of onverpakte SCO-I of SCO-III, wordt verstaan het getal dat overeenkomstig de volgende procedure wordt afgeleid:
- Bepaal het hoogste dosistempo in eenheden van millisievert per uur (mSv/h) op een afstand van 1 m van de uitwendige oppervlakken van het collo, de oververpakking, de container, of onverpakte LSA-I-stoffen en onverpakte SCO-I of SCO-III. De gemeten waarde moet met 100 worden vermenigvuldigd;
Bij uranium- en thoriumertsen en concentraten daarvan kan het grootste dosistempo op elk punt op een afstand van 1 m van het uitwendig oppervlak van de lading is verwijderd, gelijkgesteld worden aan:- 0,4 mSv/h voor ertsen en fysische concentraten van uranium en thorium;
- 0,3 mSv/h voor chemische concentraten van thorium;
- 0,02 mSv/h voor chemische concentraten van uranium, met uitzondering van uraniumhexafluoride.
- Voor tanks, containers en voor onverpakte LSA-I-stoffen en onverpakte SCO-I en SCO-III moet de volgens methode a) verkregen waarde met de betreffende factor uit tabel 5.1.5.3.1 worden vermenigvuldigd..
-
De waarde, verkregen volgens methode a) en b) hierboven, moet op de eerste decimaal naar boven worden afgerond (bijv. 1,13 wordt 1,2), behalve dat een waarde kleiner of gelijk aan 0,05 naar beneden mag worden afgerond op nul en het verkregen getal is de TI.
Tabel 5.1.5.3.1: Vermenigvuldigingsfactoren voor tanks, containers en onverpakte LSA-I-stoffen en onverpakte SCO-I
AFMETING VAN DE LADING a | VERMENIGVULDIGINGSFACTOR |
afmeting van de lading ≤ 1m2 | 1 |
1 m2 < afmeting van de lading ≤ 5 m2 | 2 |
5 m2 < afmeting van de lading ≤ 20 m2 | 3 |
20 m2 < afmeting van de lading | 10 |
a Gemeten oppervlak van de grootste doorsnede van de lading.
De TI voor elke stijve oververpakking, container of voertuig moet worden bepaald door de TI's van alle daarin aanwezige colli bij elkaar op te tellen.
Voor een zending afkomstig van één afzender, mag de afzender de TI bepalen door rechtstreekse meting van het dosistempo.
De TI van een niet-stijve oververpakking mag alleen worden bepaald door alle daarin aanwezige TI’s bij elkaar op te tellen.
Voor iedere oververpakking of container wordt de criticaliteits-veiligheidsindex (CSI) bepaald door de CSI's van alle er zich in bevindende colli bij elkaar op te tellen. Dezelfde methode moet worden gebruikt voor het bepalen van de totale som van de CSI’s in een zending of aan boord van een voertuig.
Colli, oververpakkingen en containers moeten in één van de categorieën I-WIT, II-GEEL of III-GEEL worden ingedeeld, overeenkomstig de voorwaarden, aangegeven in tabel 5.1.5.3.4 en de navolgende voorschriften:
- Om in het geval van een collo, een oververpakking of een container de categorie te bepalen, moet rekening worden gehouden met zowel de transportindex als met het dosistempo aan het oppervlak. Indien op grond van de transportindex moet worden ingedeeld in één categorie, maar op grond van het dosistempo aan het oppervlak in een andere categorie, dan wordt het collo, de oververpakking of de container ingedeeld in de hoogste van de twee categorieën. In dit verband wordt categorie I-WIT beschouwd als de laagste categorie.
- De TI moet worden bepaald volgens de in 5.1.5.3.1 en 5.1.5.3.2 aangegeven procedures.
- Indien het dosistempo aan het oppervlak hoger is dan 2 mSv/h, moet het collo of de oververpakking worden vervoerd onder exclusief gebruik en moet rekening worden gehouden met de bepalingen van 7.5.11, CV33 (1.3) en (3.5) a).
- Een collo dat op grond van een speciale regeling wordt vervoerd, moet in de categorie III-GEEL worden ingedeeld, behalve in het geval van vervoer volgens 5.1.5.3.5.
- Een oververpakking of container waarin colli zijn verzameld die op grond van een speciale regeling worden vervoerd, moet in categorie III-GEEL worden ingedeeld, behalve in het geval van vervoer volgens 5.1.5.3.5.
VOORWAARDEN | CATEGORIE | |
Transportindex (TI) | Hoogste dosistempo op enig punt van het uitwendig oppervlak | |
0 a | Niet meer dan 0,005 mSv/h | I-WIT |
Meer dan 0 maar niet meer dan 1 a | Meer dan 0,005 mSv/h maar niet meer dan 0,5 mSv/h | II-GEEL |
Meer dan 1 maar niet meer dan 10 | Meer dan 0,5 mSv/h maar niet meer dan 2 mSv/h | III-GEEL |
Meer dan 10 | Meer dan 2 mSv/h maar niet meer dan 10 mSv/h | III-GEEL b |
a Indien de gemeten TI niet groter is dan 0,05, kan deze waarde overeenkomstig 5.1.5.3.1 c) op nul worden afgerond. |
b Moet bovendien onder exclusief gebruik worden vervoerd, met uitzondering van containers [zie tabel D in 7.5.11 CV33 (3.3)].
|
In alle gevallen van internationaal vervoer van colli waarvoor goedkeuring van het ontwerp of de zending is vereist, waarvoor verschillende typen goedkeuring van toepassing zijn in de verschillende landen die bij de zending betrokken zijn, moet de indeling in categorieën in overeenstemming zijn met het certificaat van het land van oorsprong van het ontwerp.
5.1.5.4
Specifieke bepalingen voor vrijgestelde colli met radioactieve stoffen van klasse 7
Vrijgestelde colli met radioactieve stoffen van klasse 7 moeten aan de buitenzijde van de verpakking leesbaar en op duurzame wijze zijn voorzien van de volgende kenmerking:
- het UN-nummer voorafgegaan door de letters “UN”;
- een identificatie van ofwel de afzender dan wel de geadresseerde, of van beide; en
- de toelaatbare bruto massa indien deze 50 kg overschrijdt.
De voorschriften voor de documentatie van hoofdstuk 5.4 zijn niet van toepassing op vrijgestelde colli met radioactieve stoffen van klasse 7, behalve dat:
- het UN-nummer voorafgegaan door de letters “UN” en de naam en het adres van de afzender en de geadresseerde en, voor zover relevant, het identificatiekenmerk voor elk certificaat van goedkeuring van een bevoegde autoriteit [zie 5.4.1.2.5.1 (g)] moeten voorkomen op een vervoersdocument zoals een cognossement, een luchtvrachtbrief of een CMR- of CIM-vrachtbrief;
- voor zover relevant de voorschriften van 5.4.1.2.5.1 (g), 5.4.1.2.5.3 en 5.4.1.2.5.4 van toepassing zijn;
- de voorschriften van 5.4.2 en 5.4.4 van toepassing zijn.
Voor zover relevant zijn de voorschriften van 5.2.1.7.8 en 5.2.2.1.11.5 van toepassing
Samenvatting van voorschriften inzake goedkeuring en voorafgaande kennisgeving
Opmerking 1: De afzender moet vóór de eerste verzending van enig collo, waarvoor goedkeuring van het model door de bevoegde autoriteit vereist wordt, ervoor instaan dat een afschrift van het goedkeuringscertificaat voor dat model is voorgelegd aan de bevoegde autoriteit van elk land onderweg [zie 5.1.5.1.4 a)].
Opmerking 2: Kennisgeving is vereist indien de inhoud de 3 x 103 A1, of 3 x 103 A2, of 1000 TBq overschrijdt [zie 5.1.5.1.4 b)].
Opmerking 3: Multilaterale goedkeuring voor een verzending is vereist indien de inhoud 3 x 103 A1, of 3 x 103 A2, of 1000 TBq overschrijdt, of indien gecontroleerde intermitterende druknivellering is toegestaan (zie 5.1.5.1).
Opmerking 4: Zie de voorschriften inzake goedkeuring en voorafgaande kennisgeving voor het van toepassing zijnde collo om deze stof te vervoeren.
|
- a. Landen waarvandaan, waardoor of waarheen de zending wordt vervoerd.
- b. Indien de radioactieve inhoud bestaat uit splijtbare stoffen die niet zijn vrijgesteld van de voorschriften voor colli met splijtbare stoffen, zijn de voorschriften betreffende colli met splijtbare stoffen van toepassing (zie 6.4.11).
- c. Voor modellen van colli met splijtbare stoffen kan ook goedkeuring volgens een van de andere punten van de tabel noodzakelijk zijn.
- d. Voor de verzending kan ook een goedkeuring volgens een van de andere punten van de tabel noodzakelijk zijn.