Hoofdstuk 2 | ||
1.2 | Definities, meeteenheden en afkortingen | |
1.2.1 | Definities | |
1.2.2 | Meeteenheden |
Hoofdstuk 5 | ||
1.5 | Afwijkingen | |
1.5.1 | Tijdelijke afwijkingen | |
1.5.2 | Gereserveerd |
7.4.1
Gevaarlijke goederen mogen niet in tanks worden vervoerd, tenzij in de kolommen (10) of (12) van tabel A van hoofdstuk 3.2 een tankcode wordt aangegeven of tenzij door de bevoegde autoriteit een goedkeuring overeenkomstig 6.7.1.3 is verleend.
Het vervoer moet in overeenstemming zijn met de bepalingen van de hoofdstukken 4.2, 4.3, 4.4 of 4.5, naar gelang van het geval.
De voertuigen moeten, of zij nu ongelede voertuigen, trekkende voertuigen, aanhangwagens of opleggers zijn, voldoen aan de desbetreffende voorschriften van de hoofdstukken 9.1, 9.2 en sectie 9.7 betreffende het te gebruiken voertuig, zoals aangegeven in kolom (14) van tabel A in hoofdstuk 3.2.
7.4.2
De voertuigen, in 9.1.1.2 aangeduid met de codes EX/III, FL of AT, moeten als volgt worden gebruikt:
- Voor zover een EX/III-voertuig wordt voorgeschreven, mag alleen een EX/III-voertuig worden gebruikt;
- Voor zover een FL-voertuig wordt voorgeschreven, mag alleen een FL-voertuig worden gebruikt;
- Voor zover een AT-voertuig wordt voorgeschreven, mogen AT- en FL-voertuigen worden gebruikt.