Definities
Voor doeleinden van deze sectie wordt verstaan onder:
Alternatieve regeling:
een door de bevoegde autoriteit verleende goedkeuring voor een transporttank of MEGC die naar andere dan de in dit hoofdstuk gespecificeerde technische voorschriften of beproevingsmethoden ontworpen, vervaardigd of beproefd is.
Bedrijfsuitrusting:
meetinstrumenten en voorzieningen voor het vullen, het lossen, de ontluchting, veiligheid, verwarming, koeling en isolatie;
Beproevingsdruk:
de maximale overdruk bovenin het reservoir tijdens de hydraulische proefpersing gelijk aan ten minste 1,5 maal de berekeningsdruk. De minimale beproevingsdruk voor transporttanks, bestemd voor specifieke stoffen, wordt gespecificeerd in de van toepassing zijnde instructie voor transporttanks in 4.2.5.2.6;
Berekeningsdruk:
de in berekeningen te gebruiken druk die door een erkend reglement voor drukhouders wordt vereist. De berekeningsdruk mag niet lager zijn dan de hoogste van de volgende drukken:
- de maximale effectieve overdruk die tijdens het vullen of het lossen in het reservoir is toegestaan; of
- de som van:
- de absolute dampdruk (in bar) van de stof bij 65 oC, minus 1 bar;
- de partiële druk (in bar) van lucht of andere gassen in de vrije ruimte die bepaald wordt door een maximale temperatuur van de vrije ruimte van 65 oC en een vloeistofuitzetting als gevolg van een toename van de gemiddelde temperatuur van het geladen goed van tr - tf (tf = vultemperatuur, gewoonlijk 15 oC; tr = 50 oC, maximale gemiddelde temperatuur van het geladen goed); en
- een hydrostatische druk, bepaald op grond van de statische krachten, gespecificeerd in 6.7.2.2.12, maar ten minste 0,35 bar; of
- 2/3 van de minimale beproevingsdruk, gespecificeerd in de van toepassing zijnde instructie voor transporttanks in 4.2.5.2.6;
Constructieve uitrusting:
de uitwendig op het reservoir aangebrachte verstevigings-, bevestigings-, beschermings- en stabiliseringselementen;
Dichtheidsproef:
een beproeving, gebruik makend van een gas, die het reservoir en zijn bedrijfsuitrusting onderwerpt aan een effectieve inwendige druk van ten minste 25% van de MAWP;
Fijnkorrelig staal:
staal dat een ferritische korrelgrootte heeft van ten hoogste 6, zoals bepaald volgens norm ASTM E 112-96 of zoals gedefinieerd in norm EN 10028-3, Deel 3;
Grootste toelaatbare bruto massa (MPGM):
de som van de eigen massa van de transporttank en de zwaarste, voor vervoer toegelaten lading;
Hoogste toelaatbare bedrijfsdruk (MAWP):
een druk die niet lager mag zijn dan de hoogste van de volgende, bovenin het reservoir in bedrijfstoestand gemeten drukken:
- de maximale effectieve overdruk die tijdens het vullen of het lossen in het reservoir is toegestaan; of
- de maximale effectieve overdruk waarvoor het reservoir is ontworpen, die niet lager mag zijn dan de som van:
- de absolute dampdruk (in bar) van de stof bij 65 oC, minus 1 bar; en
- de partiële druk (in bar) van lucht of andere gassen in de vrije ruimte die bepaald wordt door een maximale temperatuur van de vrije ruimte van 65 oC en een vloeistofuitzetting als gevolg van een toename van de gemiddelde temperatuur van het geladen goed van tr - tf (tf = vultemperatuur, gewoonlijk 15 oC; tr = 50 oC, maximale gemiddelde temperatuur van het geladen goed).
Offshore-transporttank:
een transporttank, die speciaal voor het herhaaldelijk gebruik voor het vervoer van, naar en tussen buitengaatse (offshore-) inrichtingen is ontworpen.
Een offshore-transporttank wordt overeenkomstig de Richtlijnen voor de toelating van op open zee ingezette offshore-containers, die door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) in document MSC/Circ.860 vastgelegd zijn, ontworpen en geconstrueerd;
Ontwerptemperatuurbereik:
het ontwerptemperatuurbereik voor het reservoir moet liggen tussen -40 oC en 50 oC voor stoffen, vervoerd onder omgevingsomstandigheden.
Voor andere stoffen, die onder omstandigheden van verhoogde temperatuur worden behandeld, moet de ontwerptemperatuur ten minste de maximumtemperatuur van de stof zijn tijdens het vullen, het lossen of het vervoer.
Voor transporttanks die aan zwaardere klimatologische omstandigheden worden onderworpen, moeten strengere ontwerptemperaturen in aanmerking worden genomen.
Referentiestaal:
een staalsoort met een treksterkte van 370 N/mm2 en een rek bij breuk van 27%;
Reservoir:
het deel van de transporttank dat de voor vervoer bestemde stof bevat (eigenlijke tank), met inbegrip van openingen en hun sluitingen, maar zonder bedrijfsuitrusting of uitwendige constructieve uitrusting;
Smeltveiligheid:
een niet-hersluitbare drukontlastingsinrichting die door warmte wordt geactiveerd;
Transporttank:
Transporttank: een multimodale tank, gebruikt voor het vervoer van stoffen van de klassen 1 en 3 t/m 9. De transporttank omvat een reservoir, voorzien van bedrijfsuitrusting en constructieve uitrusting die voor het vervoer van gevaarlijke stoffen noodzakelijk zijn.
De transporttank moet zonder verwijdering van zijn constructieve uitrusting kunnen worden gevuld en geleegd.
Het reservoir moet uitwendige stabiliseringselementen bezitten en in volle toestand kunnen worden opgehesen.
Hij moet primair worden ontworpen om op een voertuig, wagen, zeeschip of binnenvaartschip te worden gehesen en moet zijn voorzien van sleden, bevestigingsmiddelen of toebehoren om behandeling met mechanische hulpmiddelen te vergemakkelijken.
Tankwagens, reservoirwagens, niet-metalen tanks en IBC's vallen niet onder de definitie voor transporttanks;
Zacht staal:
een staalsoort met een gegarandeerde minimale treksterkte tussen 360 N/mm2 en 440 N/mm2 en een gegarandeerde minimale rek bij breuk volgens 6.7.2.3.3.3;