Skip to main content

DEEL 1 - Algemene voorschriften
Hoofdstuk 1    
1.1   Toepassingsgebied en toepasbaarheid
1.1.1   Structuur
1.1.2   Toepassingsgebied
1.1.3   Vrijstellingen
1.1.3.1   Vrijstellingen die samenhangen met de aard van het vervoersproces
1.1.3.2   Vrijstellingen in samenhang met het vervoer van gassen
1.1.3.3   Vrijstellingen in samenhang met het vervoer van vloeibare brandstoffen
1.1.3.4   Vrijstellingen in samenhang met bijzondere bepalingen of met gevaarlijke goederen, verpakt in gelimiteerde of vrijgestelde hoeveelheden
1.1.3.5   Vrijstellingen in samenhang met ongereinigde lege verpakkingen
1.1.3.6   Vrijstellingen in samenhang met de vervoerde hoeveelheden per transporteenheid
1.1.3.7   Vrijstellingen in samenhang met het vervoer van inrichtingen voor de opslag en productie van elektriciteit
1.1.3.8   Gereserveerd
1.1.3.9   Vrijstellingen in samenhang met gevaarlijke goederen die tijdens vervoer als koel- of conditioneringsmiddel worden gebruikt
1.1.3.10   Vrijstellingen in samenhang met het vervoer van lampen die gevaarlijke goederen bevatten
1.1.4   Toepasbaarheid van andere voorschriften
1.1.4.1   Gereserveerd
1.1.4.2   Vervoer in een transportketen die vervoer over zee of door de lucht omvat
1.1.4.3   Gebruik van transporttanks van het IMO-type, toegelaten voor het zeevervoer
1.1.4.4   Gereserveerd
1.1.4.5   Vervoer dat niet over de weg plaatsvindt
1.1.5   Toepassing van normen
     
Hoofdstuk 2    
1.2   Definities, meeteenheden en afkortingen
1.2.1 Definities
1.2.2 Meeteenheden
     
Hoofdstuk 3    
1.3 Opleiding van personen die betrokken zijn bij het vervoer van gevaarlijke goederen Toepassingsgebied
1.3.1 Aard van de opleiding
1.3.2.1 Algemene bewustmaking
1.3.2.2 Functiespecifieke opleiding
1.3.2.3 Veiligheidsopleiding
1.3.3 Documentatie
     
Hoofdstuk 4    
1.4   Veiligheidsplichten van de betrokkenen
1.4.1 Algemene zorg voor de veiligheid
1.4.2 Plichten van de belangrijkste betrokkenen
1.4.2.1 Afzender
1.4.2.2 Vervoerder
1.4.2.3 Geadresseerde
1.4.3 Plichten van andere betrokkenen
1.4.3.1 Belader
1.4.3.2 Verpakker
1.4.3.3 Vuller
1.4.3.4 Exploitant van een tankcontainer of transporttank
1.4.3.5 Gereserveerd
1.4.3.6 Gereserveerd
1.4.3.7 Losser
     
Hoofdstuk 5    
1.5 Afwijkingen
1.5.1 Tijdelijke afwijkingen
1.5.2 Gereserveerd
     
Hoofdstuk 6    
1.6   Overgangsvoorschriften
1.6.1   Algemeen
1.6.2   Drukhouders en houders voor klasse 2
1.6.3 Vaste tanks (tankwagens), afneembare tanks en batterijwagens
1.6.4 Tankcontainers, transporttanks en MEGC’s
1.6.5 Voertuigen
1.6.6 Klasse 7
     
Hoofdstuk 7    
1.7 Algemene bepalingen voor radioactieve stoffen
1.7.1   Toepassingsgebied
1.7.1.5   Bijzondere voorschriften voor het vervoer van vrijgestelde colli
1.7.2   Stralingsbeschermingsprogramma
1.7.3   Beheersysteem
1.7.4   Speciale regeling
1.7.5   Radioactieve stoffen die bijkomende gevaarseigenschappen bezitten
1.7.6   Niet-naleving
     
Hoofdstuk 8    
1.8 Controlemaatregelen en andere maatregelen voor de ondersteuning van de naleving van de veiligheidsvoorschriften
1.8.1   Controles van gevaarlijke goederen van overheidswege
1.8.2   Ambtelijke hulp
1.8.3   Veiligheidsadviseur
1.8.3.12   Examens
1.8.3.16   Geldigheidsduur en verlenging van het certificaat
1.8.3.18   Model van het certificaat
1.8.3.19   Uitbreiding van het certificaat
1.8.4   Lijst van de bevoegde autoriteiten en de door hen aangewezen instanties
1.8.5   Meldingen van gebeurtenissen met gevaarlijke goederen
1.8.5.4   Model voor een rapport over gebeurtenissen tijdens het vervoer van gevaarlijke goederen
1.8.6   Administratieve controles voor de toepassing van conformiteitsbeoordelingen, periodieke onderzoeken, tussentijdse onderzoeken en buitengewone controles omschreven in 1.8.7
1.8.6.1   Erkenning van onderzoeksinstanties
1.8.6.2   Verplichtingen voor de werkwijze van de bevoegde autoriteit, haar gemachtigde of onderzoeksinstantie
1.8.6.3   Verplichting tot het verstrekken van informatie
1.8.6.4   Delegatie van onderzoekstaken
1.8.6.5   Verplichting tot het verstrekken van informatie door de onderzoeksinstanties
1.8.7   Procedures voor conformiteitsbeoordeling en periodiek onderzoek
1.8.7.1   Algemene bepalingen
1.8.7.2   Typegoedkeuring
1.8.7.3   Toezicht op de fabricage
1.8.7.4   Eerste onderzoek en beproevingen
1.8.7.5   Periodiek onderzoek, tussentijds onderzoek en buitengewone controles
1.8.7.6   Toezicht op de interne inspectiedienst van de aanvrager
1.8.7.7   Documenten
1.8.7.8   Producten vervaardigd, goedgekeurd, onderzocht en beproefd volgens normen
1.8.8   Procedures voor de conformiteitsbeoordeling van gaspatronen
1.8.8.1   Algemene bepalingen
1.8.8.2   Onderzoek van het ontwerptype
1.8.8.3   Toezicht op de fabricage
1.8.8.4   Dichtheidsproef
1.8.8.5   (Gereserveerd)
1.8.8.6   Toezicht op de interne inspectiedienst
1.8.8.7   Documenten
     
Hoofdstuk 9    
1.9 Beperkingen in het vervoer door de bevoegde autoriteiten
1.9.5   Beperkingen in tunnels
1.9.5.1   Algemene bepalingen
1.9.5.2   Vaststelling van de categorieën
1.9.5.3   Bepalingen voor verkeersborden en kennisgeving van beperkingen
     
Hoofdstuk 10    
1.10   Voorschriften voor de beveiliging
1.10.1   Algemene voorschriften
1.10.2   Opleiding met het oog op de beveiliging
1.10.3   Voorschriften voor gevaarlijke goederen met een hoog gevarenpotentieel
1.10.3.1   Definitie van gevaarlijke goederen met een hoog gevarenpotentieel
1.10.3.2   Beveiligingsplannen
DEEL 2 - Classificatie
Hoofdstuk 1    
2.1 Algemene voorschriften
2.1.1 Inleiding
2.1.2   Principes van de classificatie
2.1.3   Classificatie van niet met name genoemde stoffen met inbegrip van oplossingen en mengsels (zoals preparaten, formuleringen en afvalstoffen)
2.1.4   Classificatie van monsters
2.1.5   Classificatie van voorwerpen als voorwerpen die gevaarlijke stoffen bevatten, n.e.g.
2.1.6   Classificatie van afgedankte verpakkingen, leeg, ongereinigd
     
Hoofdstuk 2    
2.2   Bijzondere voorschriften voor de afzonderlijke klassen
2.2.1   Klasse 1 Ontplofbare stoffen en voorwerpen
2.2.1.1   Criteria
2.2.1.1.6   Definitie van de compatibiliteitsgroepen van de stoffen en voorwerpen
2.2.1.1.7   Indeling van vuurwerk in de subklassen
2.2.1.1.7.5   Defaulttabel voor de classificatie van vuurwerk
2.2.1.1.8   Uitzondering van klasse 1
2.2.1.2   Niet ten vervoer toegelaten stoffen en voorwerpen
2.2.1.3   Lijst van verzamelaanduidingen
2.2.1.4   Glossarium van de benamingen
     
2.2.2   Klasse 2 Gassen
2.2.2.1   Criteria
2.2.2.1.7   Chemische stoffen onder druk
2.2.2.2   Niet ten vervoer toegelaten gassen
2.2.2.3   Lijst van verzamelaanduidingen
     
2.2.3   Klasse 3 Brandbare vloeistoffen
2.2.3.1   Criteria
2.2.3.2   Niet ten vervoer toegelaten stoffen
2.2.3.3   Lijst van verzamelaanduidingen
     
2.2.41   Klasse 4.1: Brandbare vaste stoffen, polymeriserende stoffen, zelfontledende stoffen en vaste ontplofbare stoffen in niet explosieve toestand
2.2.41.1   Criteria
2.2.41.2   Niet ten vervoer toegelaten stoffen
2.2.41.3   Lijst van verzamelaanduidingen
2.2.41.4   Lijst van reeds ingedeelde zelfontledende stoffen in verpakkingen
     
2.2.42   Klasse 4.2: Voor zelfontbranding vatbare stoffen
2.2.42.1   Criteria
2.2.42.2   Niet ten vervoer toegelaten stoffen
2.2.42.3   Lijst van verzamelaanduidingen
     
2.2.43   Klasse 4.3: Stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen
2.2.43.1   Criteria
2.2.43.2   Niet ten vervoer toegelaten stoffen
2.2.43.3   Lijst van verzamelaanduidingen
     
2.2.51   Klasse 5.1 Oxiderende stoffen
2.2.51.1   Criteria
2.2.51.2   Niet ten vervoer toegelaten stoffen
2.2.51.3   Lijst van verzamelaanduidingen
     
2.2.52   Klasse 5.2: Organische peroxiden
2.2.52.1   Criteria
2.2.52.2   Niet ten vervoer toegelaten stoffen
2.2.52.3   Lijst van verzamelaanduidingen
2.2.52.4   Lijst van reeds ingedeelde organische peroxiden in verpakkingen
     
2.2.61   Klasse 6.1 Giftige stoffen
2.2.61.1   Criteria
2.2.61.2   Niet ten vervoer toegelaten stoffen
2.2.61.3   Lijst van verzamelaanduidingen
     
2.2.62   Klasse 6.2 Infectueuze stoffen (besmettelijke stoffen)
2.2.62.1   Criteria
2.2.62.1.9   Biologische producten
2.2.62.1.10   Genetisch gemodificeerde micro-organismen en organismen
2.2.62.1.11   Ziekenhuis- of medisch afval
2.2.62.1.12   Besmette dieren
2.2.62.2   Niet ten vervoer toegelaten stoffen
2.2.62.3   Lijst van verzamelaanduidingen
     
2.2.7   Klasse 7 Radioactieve stoffen
2.2.7.1   Definities
2.2.7.1.2   Besmetting
2.2.7.1.3   Definities van specifieke termen
2.2.7.2   Classificatie
2.2.7.2.1   Algemene bepalingen
2.2.7.2.2   Grenswaarden van de activiteit
2.2.7.2.3   Bepaling van andere stofeigenschappen
2.2.7.2.3.1   Stoffen met geringe specifieke activiteit (LSA)
2.2.7.2.3.3   Radioactieve stoffen in speciale toestand
2.2.7.2.3.4   Gering verspreidbare radioactieve stoffen
2.2.7.2.3.5   Splijtbare stoffen
2.2.7.2.4   Classificatie van colli of onverpakte stoffen
2.2.7.2.4.1   Classificatie als vrijgesteld collo
2.2.7.2.5   Speciale regelingen
     
2.2.8   Klasse 8 Bijtende stoffen
2.2.8.1   Definitie, algemene voorschriften en criteria
2.2.8.2   Niet ten vervoer toegelaten stoffen
2.2.8.3   Lijst van verzamelaanduidingen
     
2.2.9   Klasse 9 Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen
2.2.9.1   Criteria
2.2.9.2   Niet ten vervoer toegelaten stoffen en voorwerpen
2.2.9.3   Lijst van posities
     
Hoofdstuk 3    
2.3 Testmethoden
2.3.0   Algemeen
2.3.1   Beproeving van het uitzweten voor springstof, type A
2.3.2   Beproevingen betreffende genitreerde cellulosemengsels van klasse 4.1
2.3.2.9   Beproeving van de chemische stabiliteit bij verhoogde temperatuur
2.3.2.10   Ontbrandingstemperatuur (zie 2.3.2.1 en 2.3.2.2)
2.3.3   Beproevingen betreffende brandbare vloeistoffen van de klassen 3, 6.1 en 8.
2.3.3.1   Bepaling van het vlampunt
2.3.3.2   Bepaling van het beginkookpunt
2.3.3.3   Beproeving voor de bepaling van het peroxidegehalte
2.3.4   Beproeving voor de bepaling van het vloeigedrag
2.3.4.1   Meetapparaat
2.3.4.2   Beproevingsmethode
2.3.4.3   Beoordeling van de beproevingsresultaten
2.3.5   Indeling van metaalorganische stoffen in de klassen 4.2.en 4.3
     
DEEL 4 - Voorschriften voor verpakkingen en tanks
Hoofdstuk 1    
4.1   Gebruik van verpakkingen, met inbegrip van IBC’s en grote verpakkingen
4.1.1   Algemene voorschriften voor het verpakken van gevaarlijke goederen in verpakkingen, met inbegrip van IBC's en grote verpakkingen
4.1.1.18   Ontplofbare stoffen, zelfontledende stoffen en organische peroxiden
4.1.1.19   Gebruik van bergingsverpakkingen en grote bergingsverpakkingen
4.1.1.20   Gebruik van bergingsdrukhouders
4.1.1.21   Verificatie van de chemische compatibiliteit van kunststof verpakkingen, met inbegrip van IBC's, door assimilatie van vulstoffen aan standaardvloeistoffen
4.1.2   Aanvullende algemene voorschriften voor het gebruik van IBC's
4.1.3   Algemene voorschriften met betrekking tot verpakkingsinstructies 
4.1.3.6   Drukhouders voor vloeistoffen en vaste stoffen
4.1.3.8   Onverpakte voorwerpen met uitzondering van voorwerpen van klasse 1
4.1.4   Lijst met verpakkingsinstructies
4.1.4.1   Verpakkingsinstructies betreffende het gebruik van verpakkingen (uitgezonderd IBC's en grote verpakkingen)
4.1.4.2   Verpakkingsinstructies betreffende het gebruik van IBC's
4.1.4.3   Verpakkingsinstructies betreffende het gebruik van grote verpakkingen 
4.1.5   Bijzondere verpakkingsvoorschriften voor goederen van klasse 1
4.1.6   Bijzondere verpakkingsvoorschriften voor stoffen van klasse 2 en stoffen van andere klassen, waaraan verpakkingsinstructie P200 is toegekend
4.1.7   Bijzondere verpakkingsvoorschriften voor organische peroxiden van klasse 5.2 en zelfontledende stoffen van klasse 4.1
4.1.7.1   Gebruik van verpakkingen (met uitzondering van IBC’s)
4.1.7.2   Gebruik van IBC's
4.1.8   Bijzondere verpakkingsvoorschriften voor infectueuze stoffen (klasse 6.2)
4.1.9   Bijzondere verpakkingsvoorschriften voor radioactieve stoffen
4.1.9.1   Algemeen
4.1.9.2   Voorschriften en controlemaatregelen voor het vervoer van LSA-stoffen en SCO
4.1.9.3   Colli die splijtbare stoffen bevatten
4.1.10   Bijzondere voorschriften voor gezamenlijke verpakking 
     
Hoofdstuk 2    
4.2   Gebruik van transporttanks en un-gascontainers met verscheidene elementen (MEGC’s)
4.2.1   Algemene voorschriften voor het gebruik van transporttanks voor het vervoer van stoffen van klassen 1 en 3 t/m 9
4.2.1.9   Vullingsgraad
4.2.1.10   Aanvullende voorschriften die van toepassing zijn op het vervoer van klasse 3 stoffen in transporttanks
4.2.1.11   Aanvullende voorschriften die van toepassing zijn op het vervoer van stoffen van klassen 4.1, 4.2 of 4.3 (met uitzondering van zelfontledende stoffen van klasse 4.1) in transporttanks
4.2.1.12   Aanvullende voorschriften die van toepassing zijn op het vervoer van stoffen van klasse 5.1 in transporttanks
4.2.1.13   Aanvullende voorschriften die van toepassing zijn op het vervoer van stoffen van klasse 5.2 en zelfontledende stoffen van klasse 4.1 in transporttanks
4.2.1.14   Aanvullende voorschriften die van toepassing zijn op het vervoer van stoffen van klasse 6.1 in transporttanks
4.2.1.15   Aanvullende voorschriften die van toepassing zijn op het vervoer van stoffen van klasse 6.2 in transporttanks
4.2.1.16   Aanvullende voorschriften die van toepassing zijn op het vervoer van stoffen van klasse 7 in transporttanks
4.2.1.17   Aanvullende voorschriften die van toepassing zijn op het vervoer van stoffen van klasse 8 in transporttanks
4.2.1.18   Aanvullende voorschriften die van toepassing zijn op het vervoer van stoffen van klasse 9 in transporttanks
4.2.1.19   Aanvullende voorschriften die van toepassing zijn op het vervoer van vaste stoffen die worden vervoerd bij temperaturen boven hun smeltpunt
4.2.2   Algemene voorschriften voor het gebruik van transporttanks voor het vervoer van niet sterk gekoelde, vloeibaar gemaakte gassen en chemische stoffen onder druk
4.2.2.7   Het vullen
4.2.3   Algemene voorschriften voor het gebruik van transporttanks voor het vervoer van sterk gekoelde, vloeibaar gemaakte gassen
4.2.3.6   Het vullen
4.2.3.7   Werkelijke verblijftijd
4.2.4   Algemene voorschriften voor het gebruik van UN-gascontainers met verscheidene elementen (MEGC's)
4.2.4.5   Het vullen
4.2.5   Instructies en bijzondere bepalingen voor transporttanks
4.2.5.1   Algemeen
4.2.5.2   Transporttank-instructies
4.2.5.3   Bijzondere bepalingen voor transporttanks
     
Hoofdstuk 3    
4.3   Gebruik van vaste tanks (tankwagens), afneembare tanks, tankcontainers en wissellaadtanks met metalen reservoirs en batterijwagens en gascontainers met verscheidene elementen (MEGC’s)
4.3.1   Toepassingsgebied
4.3.2   Voorschriften van toepassing op alle klassen
4.3.2.1   Gebruik
4.3.2.2   Vullingsgraad
4.3.2.3   Bedrijf
4.3.2.4   Lege, ongereinigde tanks, batterijwagens en MEGC's
4.3.3   Bijzondere bepalingen van toepassing op klasse 2
4.3.3.1   De codering en hiërarchie van tanks
4.3.3.2   Voorwaarden voor het vullen en beproevingsdrukken
4.3.3.3   Bedrijf
4.3.4   Bijzondere bepalingen, van toepassing op de klassen 1 en 3 t/m 9
4.3.4.1   Codering, gerationaliseerde benadering en tankhiërarchie
4.3.4.2   Algemene voorschriften
4.3.5   Bijzondere bepalingen
     
Hoofdstuk 4    
4.4   Gebruik van vaste tanks (tankwagens), afneembare tanks, tankcontainers en wissellaadtanks van vezelgewapende kunststof
4.4.1   Algemeen
4.4.2   Bedrijf
     
Hoofdstuk 5    
4.5   Gebruik van druk/vacuümtanks (voor afvalstoffen)
4.5.1   Gebruik
4.5.2   Bedrijf
     
Hoofdstuk 6    
4.6   (Gereserveerd)
     
Hoofdstuk 7    
4.7   Gebruik van mobiele eenheden voor de fabricage van ontplofbare stoffen of voorwerpen (MEMU's)
4.7.1   Gebruik
4.7.2   Bedrijf
     
DEEL 5 - Procedures voor de verzending
Hoofdstuk 1    
5.1 Algemene voorschriften
5.1.1 Toepassing en algemene voorschriften
5.1.2 Het gebruik van oververpakkingen
5.1.3 Lege, ongereinigde verpakkingen (met inbegrip van IBC's en grote verpakkingen), tanks, MEMU’s, voertuigen en containers voor vervoer als los gestort goed
5.1.4 Gezamenlijke verpakking
5.1.5 Algemene voorschriften voor klasse 7
5.1.5.1 Goedkeuring van verzendingen en kennisgeving
5.1.5.1.1 Algemeen
5.1.5.1.2 Goedkeuring voor de verzending
5.1.5.1.3 Goedkeuring van een verzending op grond van een speciale regeling
5.1.5.1.4 Kennisgevingen
5.1.5.2 Certificaten, uitgegeven door de bevoegde autoriteit
5.1.5.3 Bepaling van de transportindex (TI) en de criticaliteits-veiligheidsindex (CSI)
5.1.5.4 Specifieke bepalingen voor vrijgestelde colli met radioactieve stoffen van klasse 7
5.1.5.5 Samenvatting van voorschriften inzake goedkeuring en voorafgaande kennisgeving
     
Hoofdstuk 2    
5.2 Kenmerking en etikettering
5.2.1 Kenmerking van colli
5.2.1.5 Aanvullende voorschriften voor goederen van klasse 1
5.2.1.6 Aanvullende voorschriften voor goederen van klasse 2
5.2.1.7 Bijzondere voorschriften voor het kenmerken van radioactieve stoffen
5.2.1.8 Bijzondere bepalingen voor de kenmerking van milieugevaarlijke stoffen
5.2.1.9 Kenmerking van lithiumbatterijen
5.2.1.10 Richtinggevende pijlen
5.2.2 De etikettering van colli
5.2.2.1 Etiketteringsvoorschriften
5.2.2.1.10 Bijzondere bepalingen voor de etikettering van colli met infectueuze stoffen.
5.2.2.1.11 Bijzondere bepalingen voor de etikettering van radioactieve stoffen
5.2.2.2 Voorschriften voor etiketten
5.2.2.2.2 Modellen van etiketten
     
Hoofdstuk 3    
5.3 Etikettering en kenmerking van containers, bulkcontainers, MEGC's, MEMU’s, tankcontainers, transporttanks en voertuigen
5.3.1 Het aanbrengen van grote etiketten
5.3.1.1 Algemene voorschriften
5.3.1.2 Het aanbrengen van grote etiketten op containers, bulkcontainers, MEGC’s, tankcontainers en transporttanks
5.3.1.3 Het aanbrengen van grote etiketten op voertuigen die containers, bulkcontainers, MEGC's, tankcontainers of transporttanks vervoeren
5.3.1.4 Het aanbrengen van grote etiketten op voertuigen voor vervoer als los gestort goed, tankwagens, batterijwagens, MEMU’s en voertuigen met afneembare tanks
5.3.1.5 Het aanbrengen van grote etiketten op voertuigen die uitsluitend colli vervoeren
5.3.1.6 Het aanbrengen van grote etiketten op lege tankwagens, batterijwagens, MEGC’s, MEMU’s, tankcontainers, transporttanks en op lege voertuigen en containers voor vervoer als los gestort goed
5.3.1.7 Specificaties voor grote etiketten
5.3.2 Oranje borden
5.3.2.1 Algemene voorschriften voor oranje borden
5.3.2.2 Specificaties voor de oranje borden
5.3.2.3 Betekenis van gevaarsidentificatienummers
5.3.3 Kenmerk voor stoffen die in verwarmde toestand worden vervoerd
5.3.6 Kenmerking voor milieugevaarlijke stoffen
     
Hoofdstuk 4    
5.4 Documentatie
5.4.0 Algemeen
5.4.1 Vervoersdocument voor gevaarlijke goederen en daarmee samenhangende informatie
5.4.1.1 Algemene informatie, die in het vervoersdocument moet staan
5.4.1.1.3 Bijzondere bepalingen voor afvalstoffen
5.4.1.1.5 Bijzondere bepalingen voor bergingsverpakkingen en bergingsdrukhouders
5.4.1.1.6 Bijzondere bepalingen voor lege, ongereinigde middelen van omsluiting
5.4.1.1.7 Bijzondere bepalingen voor vervoer in een transportketen die vervoer over zee of door de lucht omvat
5.4.1.1.11 Bijzondere bepalingen voor het vervoer van IBC's, tanks, batterijwagens of transporttanks en MEGC’s na het verstrijken van de termijn voor de laatste periodieke beproeving of inspectie
5.4.1.1.13 Bijzondere bepalingen voor het vervoer in tankwagens met meerdere compartimenten of in transporteenheden met meer dan één tank.
5.4.1.1.14 Bijzondere bepalingen voor het vervoer van stoffen die bij verhoogde temperatuur vervoerd worden
5.4.1.1.15 Bijzondere bepalingen voor het vervoer van stoffen die door middel van temperatuurbeheersing gestabiliseerd zijn
5.4.1.1.16 Informatie vereist volgens bijzondere bepaling 640 in hoofdstuk 3.3
5.4.1.1.17 Bijzondere bepalingen voor het vervoer van vaste stoffen in bulkcontainers conform 6.11.4
5.4.1.1.18 Bijzondere bepalingen voor het vervoer van milieugevaarlijke stoffen (aquatisch milieu)
5.4.1.1.19 Bijzondere bepalingen voor het vervoer van afgedankte verpakkingen, leeg, ongereinigd (UN 3509)
5.4.1.1.20 Bijzondere bepalingen voor het vervoer van stoffen die overeenkomstig 2.1.2.8 zijn ingedeeld
5.4.1.1.21 Bijzondere bepalingen voor het vervoer van UN-nrs. 3528, 3529 en 3530
5.4.1.2 Aanvullende of bijzondere informatie, vereist voor bepaalde klassen
5.4.1.2.1 Bijzondere bepalingen voor klasse 1
5.4.1.2.2 Aanvullende bepalingen voor klasse 2
5.4.1.2.3 Aanvullende bepalingen voor zelfontledende stoffen en polymeriserende stoffen van klasse 4.1 en organische peroxiden van klasse 5.2
5.4.1.2.4 Aanvullende bepalingen voor klasse 6.2
5.4.1.2.5 Aanvullende bepalingen voor klasse 7
5.4.1.3 (Gereserveerd)
5.4.1.4 Vereiste opmaak en taal
5.4.1.5 Niet-gevaarlijke goederen
5.4.2 Container-/voertuigbeladingscertificaat
5.4.3 Schriftelijke instructies
5.4.4 Bewaring van informatie over het vervoer van gevaarlijke goederen
5.4.5 Voorbeeld van een formulier voor multimodaal vervoer van gevaarlijke goederen
     
Hoofdstuk 5    
5.5 Bijzondere bepalingen
5.5.1 (Geschrapt)
5.5.2 Bijzondere bepalingen van toepassing op gegaste laadeenheden (UN 3359)
5.5.2.1 Algemeen
5.5.2.2 Opleiding
5.5.2.3 Kenmerking en grote etiketten
5.5.2.4 Documentatie
5.5.3 Bijzondere bepalingen van toepassing op colli en voertuigen en containers met stoffen die een verstikkingsgevaar vertonen wanneer zij voor koelings- of conditioneringsdoeleinden worden gebruikt (zoals droogijs [UN 1845] of stikstof, sterk gekoeld, vloeibaar [UN 1977] of argon, sterk gekoeld, vloeibaar [UN 1951])
5.5.3.1 Toepassingsgebied
5.5.3.2 Algemeen
5.5.3.3 Colli die een koel- of conditioneringsmiddel bevatten
5.5.3.4 Kenmerking van colli die een koel- of conditioneringsmiddel bevatten
5.5.3.5 Voertuigen en containers die onverpakt droogijs bevatten
5.5.3.6 Kenmerking van voertuigen en containers
5.5.3.7 Documentatie
     
DEEL 6 - Voorschriften voor de constructie en beproeving van verpakkingen, IBC’s, grote verpakkingen en tanks
Hoofdstuk 1    
6.1 Voorschriften voor de constructie en beproeving van verpakkingen
6.1.1 Algemeen
6.1.2 Code voor de aanduiding van typen van verpakkingen
6.1.3 Kenmerk
6.1.4 Eisen aan verpakkingen
6.1.4.0 Algemene voorschriften
6.1.4.1 Stalen vaten
6.1.4.2 Aluminium vaten
6.1.4.3 Vaten van een ander metaal dan staal of aluminium
6.1.4.4 Jerrycans van staal of aluminium
6.1.4.5 Vaten van gelamineerd hout
6.1.4.7 Kartonnen vaten
6.1.4.8 Vaten en jerrycans van kunststof
6.1.4.9 Kisten van natuurlijk hout
6.1.4.10 Kisten van gelamineerd hout
6.1.4.11 Kisten van houtvezelmateriaal
6.1.4.12 Kartonnen dozen
6.1.4.13 Dozen van kunststof
6.1.4.14 Kisten van staal, aluminium of ander metaal
6.1.4.15 Zakken van textiel
6.1.4.16 Zakken van kunststof weefsel
6.1.4.17 Zakken van kunststof folie
6.1.4.18 Papieren zakken
6.1.4.19 Combinatieverpakkingen (kunststof)
6.1.4.20 Combinatieverpakkingen (glas, porselein of aardewerk)
6.1.4.21 Samengestelde verpakkingen
6.1.4.22 Lichte metalen verpakkingen
6.1.5 Voorschriften voor de beproeving van de verpakkingen
6.1.5.1 Uitvoering en herhaling van de beproevingen
6.1.5.2 Voorbereiding van de verpakkingen en de colli voor de beproevingen
6.1.5.3 Valproef
6.1.5.4 Dichtheidsproef
6.1.5.5 Beproeving met inwendige druk (hydraulische proefpersing)
6.1.5.6 Stapelproef
6.1.5.7 Aanvullende beproeving van permeatie bij vaten en jerrycans van kunststof volgens 6.1.4.8 en combinatieverpakkingen (kunststof) volgens 6.1.4.19, bestemd voor het vervoer van vloeistoffen met een vlampunt £60 oC, met uitzondering van de verpakkingen 6HA1
6.1.5.8 Beproevingsrapport
6.1.6 Standaardvloeistoffen voor het aantonen van de chemische bestendigheid van verpakkingen, met inbegrip van IBC’s, van polyetheen, volgens respectievelijk 6.1.5.2.6 en 6.5.6.3.5.
     
Hoofdstuk 2    
6.2 Voorschriften voor de constructie en de beproeving van drukhouders, spuitbussen, houders, klein, met gas (gaspatronen) en patronen voor brandstofcellen met vloeibaar gemaakt, brandbaar gas
6.2.1 Algemene voorschriften
6.2.1.1 Ontwerp en constructie
6.2.1.2 Materialen
6.2.1.3 Bedrijfsuitrusting
6.2.1.4 Goedkeuring van drukhouders
6.2.1.5 Eerste onderzoek en beproeving
6.2.1.6 Periodiek onderzoek en beproeving
6.2.1.7 Voorschriften voor fabrikanten
6.2.1.8 Voorschriften voor onderzoeksinstanties
6.2.2 Voorschriften voor UN-drukhouders
6.2.2.1 Ontwerp, constructie en eerste onderzoek en beproeving
6.2.2.2 Materialen
6.2.2.3 Bedrijfsuitrusting
6.2.2.4 Periodiek onderzoek en beproeving
6.2.2.5 Conformiteitbeoordelingssysteem en goedkeuring voor de fabricage van drukhouders
6.2.2.6 Goedkeuringssysteem voor periodiek onderzoek en beproeving van drukhouders
6.2.2.7 Merktekens op hervulbare UN-drukhouders
6.2.2.8 Merktekens op niet-hervulbare UN-drukhouders
6.2.2.9 Merktekens op UN-opslagsystemen met metaalhydride
6.2.2.10 Merktekens op UN-flessenbatterijen
6.2.2.11 Equivalente procedures voor conformiteitsbeoordeling en periodiek onderzoek en beproeving
6.2.3 Algemene voorschriften voor niet-UN-drukhouders
6.2.3.1 Ontwerp en constructie
6.2.3.3 Bedrijfsuitrusting
6.2.3.4 Eerste onderzoek en beproeving
6.2.3.5 Periodiek onderzoek en beproeving
6.2.3.6 Goedkeuring van drukhouders
6.2.3.7 Voorschriften voor fabrikanten
6.2.3.8 Voorschriften voor onderzoeksinstanties
6.2.3.9 Merktekens op hervulbare drukhouders
6.2.3.10 Merktekens op niet-hervulbare drukhouders
6.2.3.11 Bergingsdrukhouders
6.2.4 Voorschriften voor niet-UN-drukhouders, die volgens normen waarnaar wordt verwezen, zijn ontworpen, geconstrueerd en beproefd
6.2.4.2 Periodiek onderzoek en beproeving
6.2.5 Voorschriften voor niet-UN-drukhouders die niet volgens normen zijn ontworpen, geconstrueerd en beproefd
6.2.5.1 Materialen
6.2.5.2 Bedrijfsuitrusting
6.2.5.3 Metalen flessen, grote cilinders, drukvaten en flessenbatterijen
6.2.5.4 Aanvullende bepalingen die betrekking hebben op drukhouders vervaardigd van een aluminiumlegering voor samengeperste gassen, vloeibaar gemaakte gassen, opgeloste gassen en drukloze gassen die aan bijzondere voorschriften onderworpen zijn (gasmonsters), alsmede op voorwerpen die gas onder druk bevatten met uitzondering van spuitbussen en houders, klein, met gas (gaspatronen)
6.2.5.5 Drukhouders van composietmaterialen
6.2.5.6 Gesloten cryo-houders
6.2.6 Algemene voorschriften voor spuitbussen, houders, klein, met gas (gaspatronen), alsmede voor patronen voor brandstofcellen die een vloeibaar gemaakt, brandbaar gas bevatten
6.2.6.1 Ontwerp en constructie
6.2.6.2 Hydraulische drukproef
6.2.6.3 Dichtheidsproef
6.2.6.4 Verwijzing naar normen
     
Hoofdstuk 3    
6.3 Voorschriften voor de constructie en de beproeving van verpakkingen voor infectueuze (besmettelijke) stoffen van categorie A van klasse 6.2
6.3.1 Algemeen
6.3.2 Voorschriften voor verpakkingen
6.3.3 Code voor de aanduiding van de typen verpakkingen
6.3.4 Kenmerk
6.3.4.4 Voorbeeld van kenmerk
6.3.5 Beproevingseisen voor verpakkingen
6.3.5.1 Uitvoering en frequentie van de beproevingen
6.3.5.2 Voorbereiding van verpakkingen voor de beproeving
6.3.5.3 Valproef
6.3.5.4 Doorstootproef
6.3.5.5 Beproevingsrapport
     
Hoofdstuk 4    
6.4 Voorschriften voor de constructie, beproeving en goedkeuring van colli voor radioactieve stoffen en voor de goedkeuring van dergelijke stoffen
6.4.1 (Gereserveerd)
6.4.2 Algemene bepalingen
6.4.3 (Gereserveerd)
6.4.4 Bepalingen voor vrijgestelde colli
6.4.5 Bepalingen voor industriële colli
6.4.6 Bepalingen voor colli die uraniumhexafluoride bevatten
6.4.7 Bepalingen voor colli van type A
6.4.8 Bepalingen voor colli van type B(U)
6.4.9 Bepalingen voor colli van type B(M)
6.4.10 Bepalingen voor colli van type C
6.4.11 Bepalingen voor colli met splijtbare stoffen
6.4.12 Beproevingsprocedures en bewijs van overeenstemming
6.4.13 Beproeving van de goede staat van de borghouder en de afscherming en beoordeling van de veiligheid ten aanzien van criticaliteit
6.4.14 Trefplaat voor valproeven
6.4.15 Beproeving met het doel aan te tonen dat het collo normale vervoersomstandigheden kan doorstaan
6.4.16 Bijkomende beproevingen voor colli van type A ontworpen voor vloeistoffen en gassen
6.4.17 Beproevingen met het doel om aan te tonen dat het collo ongevalsomstandigheden tijdens het vervoer kan doorstaan
6.4.18 Verzwaarde onderdompelingsbeproeving in water voor colli van type B(U) en van type B(M) die meer dan 105 A2 bevatten en colli van type C
6.4.19 Beproeving van waterlekkage voor colli die splijtbare stoffen bevatten
6.4.20 Beproevingen voor colli van type C
6.4.21 Keuringen van verpakkingen ontworpen om ten minste 0,1 kg uraniumhexafluoride te bevatten
6.4.22 Goedkeuring van het model van colli en stoffen
6.4.23 Aanvragen voor goedkeuring en goedkeuring voor het vervoer van radioactieve stoffen
     
Hoofdstuk 5    
6.5 Voorschriften voor de constructie en beproeving van IBC’s
6.5.1 Algemene voorschriften
6.5.1.1 Toepassingsgebied
6.5.1.4 Coderingssysteem voor de kenmerking van IBC's
6.5.2 Kenmerk
6.5.2.1 Basiskenmerk
6.5.2.2 Aanvullende kenmerking
6.5.2.3 Overeenstemming met het ontwerptype
6.5.2.4 Kenmerk van omgebouwde combinatie-IBC’s (31HZ1)
6.5.3 Voorschriften voor de constructie
6.5.3.1 Algemene voorschriften
6.5.4 Beproeving, certificering en inspectie
6.5.4.4 Inspectie en beproeving
6.5.4.5 Gerepareerde IBC's
6.5.5 Bijzondere voorschriften voor IBC’s
6.5.5.1 Bijzondere voorschriften voor metalen IBC's
6.5.5.2 Bijzondere voorschriften voor flexibele IBC's
6.5.5.3 Bijzondere voorschriften voor IBC's van stijve kunststof
6.5.5.4 Bijzondere voorschriften voor combinatie-IBC's met binnenhouder van kunststof
6.5.5.5 Bijzondere voorschriften voor kartonnen IBC's
6.5.5.6 Bijzondere voorschriften voor houten IBC's
6.5.6 Voorschriften voor de beproeving van IBC’s
6.5.6.1 Uitvoering en herhaling van de beproevingen
6.5.6.2 Beproevingen van het ontwerptype
6.5.6.3 Voorbereiding van de IBC's voor de beproevingen
6.5.6.4 Hefproef (onderzijde)
6.5.6.5 Hefproef (bovenzijde)
6.5.6.6 Stapelproef
6.5.6.7 Dichtheidsproef
6.5.6.8 Hydraulische drukproef (beproeving met inwendige druk)
6.5.6.9 Valproef
6.5.6.10 Scheurproef
6.5.6.11 Kantelproef
6.5.6.12 Oprichtproef
6.5.6.13 Vibratietest
6.5.6.14 Beproevingsrapport
     
Hoofdstuk 6    
6.6 Voorschriften voor de constructie en de beproeving van grote verpakkingen
6.6.1 Algemeen
6.6.2 Code voor het aanduiden van typen grote verpakkingen
6.6.3 Kenmerk
6.6.4 Bijzondere voorschriften voor grote verpakkingen
6.6.4.1 Bijzondere voorschriften voor metalen grote verpakkingen
6.6.4.2 Bijzondere voorschriften voor grote verpakkingen van flexibel materiaal
6.6.4.3 Bijzondere voorschriften voor grote verpakkingen van kunststof
6.6.4.4. Bijzondere voorschriften voor grote verpakkingen van karton
6.6.4.5. Bijzondere voorschriften voor grote verpakkingen van hout
6.6.5 Beproevingsvoorschriften voor grote verpakkingen
6.6.5.1 Uitvoering en frequentie van de beproevingen
6.6.5.2 Voorbereiding voor de beproeving
6.6.5.3 Beproevingsvoorschriften
6.6.5.4. Certificering en beproevingsrapport
     
Hoofdstuk 7    
6.7 Voorschriften voor het ontwerp, de constructie, het onderzoek en de beproeving van transporttanks en UN-gascontainers met verscheidene elementen (MEGC’s)
6.7.1 Toepassing en algemene voorschriften
6.7.2 Voorschriften voor het ontwerp, de constructie, het onderzoek en de beproeving van transporttanks, bestemd voor het vervoer van stoffen van de klassen 1 en 3 t/m 9
6.7.2.2 Algemene voorschriften voor ontwerp en constructie
6.7.2.3 Ontwerpcriteria
6.7.2.4 Minimale wanddikte van het reservoir
6.7.2.5 Bedrijfsuitrusting
6.7.2.6 Openingen aan de onderzijde
6.7.2.7 Veiligheidsinrichtingen
6.7.2.8 Drukontlastingsinrichtingen
6.7.2.9 Instelling van drukontlastingsinrichtingen
6.7.2.10 Smeltveiligheden
6.7.2.11 Breekplaten
6.7.2.12 Capaciteit van drukontlastingsinrichtingen
6.7.2.13 Kenmerking van drukontlastingsinrichtingen
6.7.2.14 Aansluitingen naar drukontlastingsinrichtingen
6.7.2.15 Plaatsing van drukontlastingsinrichtingen
6.7.2.16 Peilinrichtingen
6.7.2.17 Steunen voor transporttanks, raamwerken, hijs- en bevestigingsinrichtingen
6.7.2.18 Goedkeuring van het ontwerp
6.7.2.19 Onderzoek en beproeving
6.7.2.20 Kenmerking
6.7.3 Voorschriften voor het ontwerp, de constructie, het onderzoek en de beproeving van transporttanks, bestemd voor het vervoer van niet sterk gekoelde, vloeibaar gemaakte gassen
6.7.3.1 Definities
6.7.3.2 Algemene voorschriften voor ontwerp en constructie
6.7.3.3 Ontwerpcriteria
6.7.3.4 Minimale wanddikte van het reservoir
6.7.3.5 Bedrijfsuitrusting
6.7.3.6 Openingen aan de onderzijde
6.7.3.7 Drukontlastingsinrichtingen
6.7.3.8 Capaciteit van ontlastingsinrichtingen
6.7.3.9 Kenmerking van drukontlastingsinrichtingen
6.7.3.10 Aansluitingen naar drukontlastingsinrichtingen
6.7.3.11 Plaatsing van drukontlastingsinrichtingen
6.7.3.12 Peilinrichtingen
6.7.3.13 Steunen, raamwerken, hijs- en bevestigingsinrichtingen voor transporttanks
6.7.3.14 Goedkeuring van het ontwerp
6.7.3.15 Onderzoek en beproeving
6.7.3.16 Kenmerking
6.7.4 Voorschriften voor het ontwerp, de constructie, het onderzoek en de beproeving van transporttanks, bestemd voor het vervoer van sterk gekoelde, vloeibaar gemaakte gassen van klasse 2
6.7.4.1 Definities
6.7.4.2 Algemene voorschriften voor ontwerp en constructie
6.7.4.3 Ontwerpcriteria
6.7.4.4 Minimale wanddikte van het reservoir
6.7.4.5 Bedrijfsuitrusting
6.7.4.6 Drukontlastingsinrichtingen
6.7.4.7 Capaciteit en instelling van drukontlastingsinrichtingen
6.7.4.8 Kenmerking van drukontlastingsinrichtingen
6.7.4.9 Aansluitingen naar drukontlastingsinrichtingen
6.7.4.10 Plaatsing van drukontlastingsinrichtingen
6.7.4.11 Peilinrichtingen
6.7.4.12 Steunen voor transporttanks, raamwerken, hijs- en bevestigingsinrichtingen.
6.7.4.13 Goedkeuring van het ontwerp
6.7.4.14 Onderzoek en beproeving
6.7.4.15 Kenmerking
6.7.5 Voorschriften voor het ontwerp, de constructie, het onderzoek en de beproeving van UN-gascontainers met verscheidene elementen (MEGC's), bestemd voor het vervoer van niet sterk gekoelde gassen.
6.7.5.1 Definities
6.7.5.2 Algemene ontwerp- en constructievoorschriften
6.7.5.3 Bedrijfsuitrusting
6.7.5.4 Drukontlastingsinrichtingen
6.7.5.5 Capaciteit van drukontlastingsinrichtingen
6.7.5.6 Kenmerking van drukontlastingsinrichtingen
6.7.5.7 Aansluitingen naar drukontlastingsinrichtingen
6.7.5.8 Plaatsing van drukontlastingsinrichtingen
6.7.5.9 Peilinrichtingen
6.7.5.10 Steunen, raamwerken, hijs- en bevestigingsinrichtingen voor MEGC's
6.7.5.11 Goedkeuring van het ontwerp
6.7.5.12 Onderzoek en beproeving
6.7.5.13 Kenmerking
     
Hoofdstuk 8    
6.8 Voorschriften voor de constructie, uitrusting, typegoedkeuring, het onderzoek en de beproeving en de kenmerking van vaste tanks (tankwagens), afneembare tanks en tankcontainers en wissellaadtanks, met reservoirs van metaal, en batterijwagens en gascontainers met verscheidene elementen (MEGC's)
6.8.1 Toepassingsgebied
6.8.2 Voorschriften van toepassing op alle klassen
6.8.2.1 Constructie,Basisprincipes, Materialen van de reservoirs,Minimale wanddikte van het reservoir, Het lassen en het onderzoek van de lasverbindingen
6.8.2.2 Uitrustingsdelen
6.8.2.3 Typegoedkeuring
6.8.2.4 Onderzoek en beproevingen
6.8.2.5 Kenmerking
6.8.2.6 Voorschriften voor tanks die volgens normen waarnaar wordt verwezen, zijn ontworpen, geconstrueerd en beproefd
6.8.2.6.2 Onderzoek en beproeving
6.8.2.7 Voorschriften voor tanks die niet volgens normen waarnaar verwezen wordt, zijn ontworpen, geconstrueerd en beproefd
6.8.3 Bijzondere voorschriften van toepassing op klasse 2
6.8.3.1 Constructie van reservoirs, Constructie van batterijwagens en MEGC's
6.8.3.2 Uitrustingsdelen, Warmte-isolerende beschermingen, Uitrustingsdelen voor batterijwagens en MEGC's
6.8.3.3 Typegoedkeuring
6.8.3.4 Onderzoek en beproevingen, Onderzoek en beproevingen van batterijwagens en MEGC's
6.8.3.5 Kenmerking, Kenmerking van batterijwagens en MEGC's
6.8.3.6 Voorschriften voor batterijwagens en MEGC’s die worden ontworpen, geconstrueerd en beproefd overeenkomstig normen waarnaar wordt verwezen
6.8.3.7 Voorschriften voor batterijwagens en MEGC's die niet volgens normen waarnaar wordt verwezen zijn ontworpen, geconstrueerd en beproefd
6.8.4 Bijzondere bepalingen
6.8.5 Voorschriften betreffende de materialen en constructie van vaste gelaste tanks, afneembare gelaste tanks en gelaste reservoirs van tankcontainers waarvoor een beproevingsdruk van ten minste 1 MPa (10 bar) is voorgeschreven en van vaste gelaste tanks, afneembare gelaste tanks en gelaste reservoirs van tankcontainers bestemd voor het vervoer van sterk gekoelde, vloeibaar gemaakte gassen van klasse 2
6.8.5.1 Materialen en reservoirs
6.8.5.2 Beproevingsvoorschriften
6.8.5.2.1 Stalen reservoirs
6.8.5.2.2 Reservoirs van aluminium of van aluminiumlegeringen
6.8.5.2.3 Reservoirs van koper of koperlegeringen
6.8.5.3 Kerfslagproeven
6.8.5.4 Verwijzing naar normen
     
Hoofdstuk 9    
6.9 Voorschriften voor het ontwerp, de constructie, uitrusting, typegoedkeuring, beproeving en kenmerking van vaste tanks (tankwagens), afneembare tanks, tankcontainers en wissellaadtanks van vezelgewapende kunststof
6.9.1 Algemeen
6.9.2 Constructie
6.9.2.3 Grondstoffen
6.9.2.3.2 Harsen
6.9.2.3.3 Versterkingsvezels
6.9.2.3.4 Materiaal voor thermoplastische bekleding
6.9.2.3.5 Additieven
6.9.2.14 Bijzondere voorschriften voor het vervoer van stoffen met een vlampunt ten hoogste 60 oC
6.9.3 Uitrustingsdelen
6.9.4 Typekeuring en typegoedkeuring
6.9.4.2 Materiaalbeproeving
6.9.4.3 Typekeuring
6.9.4.4 Typegoedkeuring
6.9.5 Inspecties
6.9.6 Kenmerking
     
Hoofdstuk 10    
6.10 Voorschriften voor de constructie, de uitrusting, de typegoedkeuring, het onderzoek en de kenmerking van druk/vacuümtanks (voor afvalstoffen)
6.10.1 Algemeen
6.10.1.1 Definitie
6.10.1.2 Toepassingsgebied
6.10.2 Constructie
6.10.3 Uitrustingsdelen
     
Hoofdstuk 11    
6.11 Voorschriften voor het ontwerp, de constructie, het onderzoek en de beproeving van bulkcontainers
6.11.2 Toepassing en algemene voorschriften
6.11.2.3 Code voor het aanduiden van typen bulkcontainers
6.11.3 Voorschriften voor het ontwerp, de constructie, het onderzoek en de beproeving van BK1- of BK2-containers die voldoen aan de CSC en die als bulkcontainers gebruikt worden
6.11.3.1 Ontwerp- en constructievoorschriften
6.11.3.2 Bedrijfsuitrusting
6.11.3.3 Onderzoek en beproeving
6.11.3.4 Kenmerking
6.11.4 Voorschriften voor het ontwerp, de constructie en de goedkeuring van BK1- en BK2-bulkcontainers met uitzondering van containers die voldoen aan de CSC
6.11.5 Voorschriften voor het ontwerp, de constructie, het onderzoek en de beproeving van flexibele bulkcontainers (BK3)
6.11.5.1 Voorschriften voor ontwerp en constructie
6.11.5.2 Bedrijfsuitrusting en voorzieningen voor de behandeling
6.11.5.3 Onderzoek en beproeving
6.11.5.4 Beproevingsrapport
6.11.5.5 Kenmerking
     
Hoofdstuk 12    
6.12 Voorschriften voor de constructie, uitrusting, typegoedkeuring, onderzoeken en beproevingen en kenmerking van tanks, bulkcontainers en speciale compartimenten voor ontplofbare stoffen of voorwerpen van mobiele eenheden voor de fabricage van ontplofbare stoffen of voorwerpen (MEMU's)
6.12.1 Toepassingsgebied
6.12.2 Algemene bepalingen
6.12.3 Tanks
6.12.3.1 Tanks met een inhoud van 1000 liter of meer
6.12.3.2 Tanks met een inhoud van minder dan 1000 liter
6.12.4 Uitrustingsdelen
6.12.5 Speciale compartimenten voor ontplofbare stoffen en voorwerpen
     
DEEL 7 - Voorschriften inzake het vervoer, het laden, lossen en de behandeling
Hoofdstuk 1    
7.1 Algemene voorschriften en bijzondere bepalingen voor temperatuurbeheersing
     
Hoofdstuk 2    
7.2 Voorschriften inzake het vervoer in colli
     
Hoofdstuk 3    
7.3 Voorschriften inzake het vervoer als los gestort goed
7.3.1 Algemene voorschriften
7.3.2 Voorschriften voor het vervoer als los gestort goed indien de voorschriften van 7.3.1.1 a) worden toegepast.
7.3.2.3 Goederen van klasse 4.2
7.3.2.4 Goederen van klasse 4.3
7.3.2.5 Goederen van klasse 5.1
7.3.2.6 Goederen van klasse 6.2
7.3.2.6.2 Afvalstoffen van klasse 6.2 (UN 3291)
7.3.2.7 Stoffen van klasse 7
7.3.2.8 Goederen van klasse 8
7.3.2.9 Goederen van klasse 9
7.3.2.10 Gebruik van flexibele bulkcontainers
7.3.3 Bijzondere bepalingen voor het vervoer als los gestort goed indien de voorschriften van 7.3.1.1 b) worden toegepast
     
Hoofdstuk 4    
7.4 Voorschriften inzake vervoer in tanks
     
Hoofdstuk 5    
7.5 Voorschriften inzake het laden, lossen en de behandeling
7.5.1 Algemene voorschriften inzake het laden, lossen en de behandeling
7.5.2 Samenladingsverboden
7.5.4 Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot levens- en genotsmiddelen en voer voor dieren
7.5.5 Beperking van de vervoerde hoeveelheden
7.5.5.2 Beperkingen met betrekking tot ontplofbare stoffen en voorwerpen
7.5.5.2.1 Te vervoeren stoffen en hoeveelheden
7.5.5.2.3 Vervoer van ontplofbare stoffen en voorwerpen op MEMU's
7.5.7 Behandeling en stuwage
7.5.7.6 Laden van flexibele bulkcontainers
7.5.8 Reiniging na het lossen
7.5.9 Rookverbod
7.5.10 Voorzorgsmaatregelen tegen elektrostatische ladingen
7.5.11 Aanvullende voorschriften voor bepaalde klassen of specifieke goederen
     
Bijlage B   Bepalingen betreffende de vervoermiddelen en het vervoer
DEEL 8 - Voorschriften voor de bemanning, uitrusting en exploitatie van het voertuig en documentatie
Hoofdstuk 1    
8.1 Algemene voorschriften inzake transporteenheden en boorduitrusting
8.1.1 Transporteenheden
8.1.2 Aan boord van de transporteenheid mee te voeren documenten
8.1.3 Het aanbrengen van grote etiketten en kenmerking
8.1.4 Brandbestrijdingsuitrusting
8.1.5 Uitrusting van uiteenlopende aard en uitrusting voor persoonlijke bescherming
     
Hoofdstuk 2    
8.2 Voorschriften inzake de opleiding van de bemanning van het voertuig
8.2.1 Toepassing en algemene voorschriften inzake de opleiding van bestuurders
8.2.2 Bijzondere voorschriften inzake de opleiding van bestuurders
8.2.2.3 Structuur van de opleiding
8.2.2.4 Programma voor de aanvangscursus
8.2.2.5 Programma voor de herhalingsopleiding
8.2.2.6 Goedkeuring van de opleiding
8.2.2.7 Examens
8.2.2.7.1 Examens voor de basisopleidingscursus
8.2.2.7.2 Examens voor de specialisatieopleidingscursussen voor het vervoer in tanks of voor het vervoer van stoffen en voorwerpen van klasse 1 of radioactieve stoffen van klasse 7
8.2.2.8 Het vakbekwaamheidscertificaat van de bestuurder
8.2.2.8.5 Model van het opleidingscertificaat voor bestuurders van voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren
8.2.3 De opleiding van personen - met uitzondering van bestuurders die in het bezit zijn van een certificaat volgens 8.2.1 - die bij het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg betrokken zijn
     
Hoofdstuk 3    
8.3 Diverse voorschriften waaraan de bemanning van het voertuig moet voldoen
8.3.1 Passagiers
8.3.2 Het gebruik van brandblusapparaten
8.3.3 Verbod op het openen van colli
8.3.4 Draagbare verlichtingsapparaten
8.3.5 Rookverbod
8.3.6 Het laten draaien van de motor tijdens laden of lossen
8.3.7 Gebruik van de parkeerrem en de stopblokken
8.3.8 Gebruik betrokken zijn
     
Hoofdstuk 4    
8.4 Voorschriften betreffende het toezicht op voertuigen
     
Hoofdstuk 5    
8.5 Aanvullende voorschriften met betrekking tot specifieke klassen of goederen
     
Hoofdstuk 6    
8.6 Beperkingen voor de doorgang door tunnels voor het wegverkeer van voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren
8.6.1 Algemene bepalingen
8.6.2 Verkeerstekens en symbolen voor het wegverkeer, van toepassing op de doorgang van voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren.
8.6.3 Codes voor beperkingen in tunnels
8.6.4 Beperkingen voor de doorgang van transporteenheden die gevaarlijke goederen vervoeren door tunnels
     
DEEL 9 - Voorschriften inzake de constructie en goedkeuring van voertuigen
Hoofdstuk 1    
9.1 Toepassingsgebied, definities en voorschriften voor de goedkeuring van voertuigen
9.1.1 Toepassingsgebied en definities
9.1.1.1 Toepassingsgebied
9.1.1.2 Definities
9.1.2 Goedkeuring van EX/II-, EX/III-, FL - en AT-voertuigen en MEMU’s
9.1.2.1 Algemeen
9.1.2.2 Voorschriften voor voertuigen met typegoedkeuring
9.1.2.3 Jaarlijks technisch onderzoek
9.1.3 Certificaat van goedkeuring
9.1.3.5 Model voor het certificaat van goedkeuring voor voertuigen die bepaalde gevaarlijke goederen vervoeren
     
Hoofdstuk 2    
9.2 Voorschriften inzake de constructie van voertuigen
9.2.1 Overeenstemming met de voorschriften van dit hoofdstuk
9.2.2 Elektrische uitrusting
9.2.2.1 Algemene voorschriften
9.2.2.2 Bedrading
9.2.2.3 Zekeringen en stroomonderbrekers
9.2.2.4 Accu's
9.2.2.5 Verlichting
9.2.2.6 Elektrische verbindingen tussen motorvoertuigen en aanhangwagens
9.2.2.7 Spanning
9.2.2.8 Hoofdschakelaar voor de accu
9.2.2.9 Stroomkringen met permanente voeding
9.2.3 Reminrichting
9.2.3.1 Algemene voorschriften
9.2.4 Voorkomen van brandgevaar
9.2.4.1 Algemene voorschriften
9.2.4.3 Brandstoftanks
9.2.4.5 Uitlaatsysteem
9.2.4.6 Duurremsysteem
9.2.4.7 Verwarmingssystemen op brandstof
9.2.5 Snelheidsbegrenzer
9.2.6 Koppelingen van motorvoertuigen en aanhangwagens
9.2.7 Voorkomen van andere risico's veroorzaakt door brandstoffen
     
Hoofdstuk 3    
9.3 Aanvullende voorschriften inzake complete of afgebouwde EX/II- of EX/III-voertuigen, bestemd voor het vervoer van ontplofbare stoffen en voorwerpen (klasse 1) in colli
9.3.1 Te gebruiken materialen voor de constructie van voertuigopbouwen
9.3.2 Verwarmingssystemen op brandstof
9.3.3 EX/II-voertuigen
9.3.4 EX/III-voertuigen
9.3.5 Motor en laadcompartiment
9.3.6 Uitwendige warmtebronnen en de laadruimte
9.3.7 Elektrische uitrusting
     
Hoofdstuk 4    
9.4 Aanvullende voorschriften inzake de constructie van de opbouwen van complete of afgebouwde voertuigen, bestemd voor het vervoer van gevaarlijke goederen in colli (met uitzondering van EX/II- en EX/III-voertuigen)
     
Hoofdstuk 5    
9.5 Aanvullende voorschriften inzake de constructie van de opbouwen van complete of afgebouwde voertuigen, bestemd voor het vervoer van gevaarlijke vaste stoffen als losgestort goed
     
Hoofdstuk 6    
9.6 Aanvullende voorschriften inzake complete of afgebouwde voertuigen, bestemd voor het vervoer van stoffen onder temperatuurbeheersing
     
Hoofdstuk 7    
9.7 Aanvullende voorschriften inzake tankwagens (vaste tanks) batterijwagens en complete of afgebouwde voertuigen, die worden gebruikt voor het vervoer van gevaarlijke goederen in afneembare tanks met een inhoud groter dan 1 m3 of in tankcontainers, transporttanks of MEGC’s met een inhoud groter dan 3 m3 (EX/III-, FL- en AT-voertuigen)
9.7.1 Algemene voorschriften
9.7.2 Voorschriften inzake tanks
9.7.3 Bevestiging
9.7.4 Equipotentiaalverbinding van FL-voertuigen
9.7.5 Stabiliteit van tankwagens
9.7.6 Bescherming aan de achterzijde van voertuigen
9.7.7 Verwarmingssystemen op brandstof
9.7.8 Elektrische uitrusting
9.7.9 Aanvullende veiligheidsvoorschriften betreffende EX/III-voertuigen
     
Hoofdstuk 8    
9.8 Aanvullende voorschriften inzake complete en afgebouwde MEMU’s
9.8.1 Algemene bepalingen
9.8.2 Voorschriften inzake tanks en bulkcontainers
9.8.3 Equipotentiaalverbinding van MEMU's
9.8.4 Stabiliteit van MEMU's
9.8.5 Bescherming aan de achterzijde van MEMU's
9.8.6 Verwarmingssystemen op brandstof
9.8.7 Aanvullende veiligheidsvoorschriften
9.8.8 Aanvullende beveiligingsvoorschriften
     

2.2.7

Klasse 7 Radioactieve stoffen

2.2.7.1

Definities

2.2.7.1.1

Onder radioactieve stoffen worden verstaan alle stoffen die radionucliden bevatten, waarvoor zowel de activiteitsconcentratie als de totale activiteit van de zending de in 2.2.7.2.2.1 t/m 2.2.7.2.2.6 aangegeven waarden overschrijden.

2.2.7.1.2

Besmetting

  • Onder besmetting wordt verstaan: de aanwezigheid van een radioactieve stof op een oppervlak in hoeveelheden groter dan 0,4 Bq/cm2 voor bèta- en gammastralers en voor alfastralers van geringe toxiciteit, of 0,04 Bq/cm2 voor alle andere alfastralers.
  • Onder afwrijfbare besmetting wordt verstaan: besmetting die onder routinematige vervoersomstandigheden van een oppervlak kan worden verwijderd.
  • Onder niet afwrijfbare besmetting wordt verstaan: elke besmetting anders dan afwrijfbare besmetting.

 

2.2.7.1.3

Definities van specifieke termen

A1 en A2
Onder A1 wordt verstaan: de waarde van de activiteit van radioactieve stoffen in speciale toestand, opgenomen in de tabel in 2.2.7.2.2.1, dan wel afgeleid in 2.2.7.2.2.2, die wordt gebruikt om de grenswaarden van de activiteit voor de toepassing van de voorschriften van het ADR vast te stellen.

Onder A2 wordt verstaan: de waarde van de activiteit van radioactieve stoffen, met uitzondering van radioactieve stoffen in speciale toestand, opgenomen in de tabel in 2.2.7.2.2.1, dan wel afgeleid in 2.2.7.2.2.2, die wordt gebruikt om de grenswaarden van de activiteit voor de toepassing van de voorschriften van het ADR vast te stellen.

Onder splijtbare nucliden worden verstaan: uranium-233, uranium-235, plutonium-239 en plutonium-241.
Onder splijtbare stoffen worden verstaan: stoffen die één of meer van de splijtbare nucliden bevatten. Van de definitie van splijtbare stoffen zijn uitgezonderd:

  1. natuurlijk uranium of niet-bestraald verarmd uranium,
  2. natuurlijk uranium of verarmd uranium dat uitsluitend in thermische reactoren is bestraald;
  3. stoffen die splijtbare nucliden bevatten met een totaalgewicht van minder dan 0,25 g;
  4. iedere combinatie van (a), (b) en/of (c).

Deze uitzonderingen gelden uitsluitend indien er zich in het collo of, indien onverpakt verzonden, in de zending geen andere stoffen bevinden die splijtbare nucliden bevatten.

Onder gering verspreidbare radioactieve stoffen wordt verstaan: hetzij een vaste radioactieve stof, hetzij een vaste radioactieve stof in een gesloten capsule, van waaruit de verspreidbaarheid beperkt is en die niet poedervormig is.

Onder stoffen met geringe specifieke activiteit (Low Specific Activity, LSA) wordt verstaan: radioactieve stoffen die van nature een beperkte specifieke activiteit bezitten, of radioactieve stoffen waarvoor grenswaarden voor de geschatte gemiddelde specifieke activiteit van toepassing zijn. Met afschermingsmateriaal dat de LSA-stoffen omgeeft moet bij de bepaling van de geschatte gemiddelde specifieke activiteit geen rekening worden gehouden.

Onder alfastralers met geringe toxiciteit wordt verstaan: natuurlijk uranium; verarmd uranium; natuurlijk thorium; uranium-235 of uranium-238; thorium-232; thorium-228 en thorium-230 wanneer die in ertsen of in langs fysische of chemische weg verkregen concentraten voorkomen; of alfastralers met een halveringstijd van minder dan 10 dagen.

Onder radioactieve stof in speciale toestand wordt verstaan:

  1. een niet-verspreidbare radioactieve stof; of
  2. een gesloten capsule, die radioactieve stof bevat.

Onder de specifieke activiteit van een radionuclide wordt verstaan: de activiteit per massa-eenheid van die nuclide. Onder de specifieke activiteit van een stof wordt verstaan de activiteit per massa-eenheid van de stof waarin de radionucliden in principe gelijkmatig zijn verdeeld.

Onder een voorwerp met besmetting aan het oppervlak (Surface Contaminated Object, SCO) wordt verstaan: een vast voorwerp dat zelf niet radioactief is, doch waarbij op het oppervlak ervan een radioactieve stof verspreid is.

Onder niet-bestraald thorium wordt verstaan: thorium dat niet meer dan 10-7g uranium-233 per gram thorium-232 bevat.

Onder niet-bestraald uranium wordt verstaan: uranium dat niet meer dan 2 x 103 Bq plutonium per gram uranium-235, niet meer dan 9 x 106 Bq splijtingsproducten per gram uranium-235 en niet meer dan 5 x 10-3 g uranium-236 per gram uranium-235 bevat.

Uranium - natuurlijk, verarmd, verrijkt
Onder natuurlijk uranium wordt verstaan: uranium (dat door een chemisch scheidingsproces kan zijn verkregen) waarin de uraniumisotopen zich in de natuurlijke verhouding bevinden (ongeveer 99,28 massa-% uranium-238 en 0,72 massa-% uranium-235).

Onder verarmd uranium wordt verstaan: uranium dat een geringer massapercentage uranium-235 bevat dan natuurlijk uranium.

Onder verrijkt uranium wordt verstaan: uranium dat een massapercentage uranium-235 bevat dat hoger is dan 0,72%.
In alle gevallen is een zeer klein massa-percentage uranium-234 aanwezig.

 

2.2.7.2

Classificatie

2.2.7.2.1

Algemene bepalingen

2.2.7.2.1.1

Radioactieve stoffen moeten worden ingedeeld onder één van de UN-nummers aangegeven in tabel 2.2.7.2.1.1 in overeenstemming met 2.2.7.2.4 en 2.2.7.2.5, met inachtneming van de stofeigenschappen zoals vastgelegd in 2.2.7.2.3.

Tabel 2.2.7.2.1.1 Toekenning van UN-nummers

UN-nummer   Juiste vervoersnaam en beschrijvinga
Vrijgestelde colli  (1.7.1.5)
UN 2908 RADIOACTIEVE STOFFEN, VRIJGESTELD COLLO - LEGE VERPAKKING
UN 2909 RADIOACTIEVE  STOFFEN,   VRIJGESTELD  COLLO   -  INDUSTRIËLE  VOORWERPEN  VAN NATUURLIJK URANIUM of VAN VERARMD URANIUM of VAN NATUURLIJK THORIUM
UN 2910 RADIOACTIEVE STOFFEN, VRIJGESTELD COLLO - BEPERKTE HOEVEELHEID STOF
UN 2911
UN 3507
RADIOACTIEVE   STOFFEN,   VRIJGESTELD   COLLO   -   INSTRUMENTEN   of   INDUSTRIËLE VOORWERPEN
URANIUMHEXAFLUORIDE, RADIOACTIEVE STOFFEN, VRIJGESTELD COLLO, minder dan 0,1
kg per collo, niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld b,c
Radioactieve stoffen met geringe specifieke activiteit (2.2.7.2.3.1)
UN 2912 RADIOACTIEVE  STOFFEN  MET GERINGE  SPECIFIEKE  ACTIVITEIT (LSA-I), niet splijtbaar of
splijtbaar, vrijgesteld
UN 3321 RADIOACTIEVE STOFFEN MET GERINGE SPECIFIEKE ACTIVITEIT (LSA-II), niet splijtbaar of
splijtbaar, vrijgesteld
UN 3322 RADIOACTIEVE STOFFEN MET GERINGE SPECIFIEKE ACTIVITEIT (LSA-III), niet splijtbaar of
splijtbaar, vrijgesteld
UN 3324 RADIOACTIEVE STOFFEN MET GERINGE SPECIFIEKE ACTIVITEIT (LSA-II), SPLIJTBAAR
UN 3325 RADIOACTIEVE STOFFEN MET GERINGE SPECIFIEKE ACTIVITEIT (LSA-III), SPLIJTBAAR
Voorwerpen met besmetting aan het oppervlak (2.2.7.2.3.2)
UN 2913 RADIOACTIEVE STOFFEN, VOORWERPEN MET BESMETTING AAN HET OPPERVLAK (SCO-
I of SCO-II), niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld
UN 3326 RADIOACTIEVE STOFFEN, VOORWERPEN MET BESMETTING AAN HET OPPERVLAK (SCO- 1 of SCO-II), SPLIJTBAAR
Colli van type A (2.2.7.2.4.4)
UN 2915 RADIOACTIEVE STOFFEN IN COLLO VAN TYPE A, niet in speciale toestand, niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld
UN 3327 RADIOACTIEVE STOFFEN IN COLLO VAN TYPE A, SPLIJTBAAR, niet in speciale toestand
UN 3332 RADIOACTIEVE STOFFEN IN COLLO VAN TYPE A, IN SPECIALE TOESTAND, niet splijtbaar of
splijtbaar, vrijgesteld
UN 3333 RADIOACTIEVE STOFFEN IN COLLO VAN TYPE A, IN SPECIALE TOESTAND, SPLIJTBAAR
Colli van type B(U) (2.2.7.2.4.6)
UN 2916 RADIOACTIEVE STOFFEN IN COLLO VAN TYPE B(U), niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld
UN 3328 RADIOACTIEVE STOFFEN IN COLLO VAN TYPE B(U), SPLIJTBAAR
Colli van type B(M) (2.2.7.2.4.6)
UN 2917 RADIOACTIEVE STOFFEN IN COLLO VAN TYPE B(M), niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld
UN 3329 RADIOACTIEVE STOFFEN IN COLLO VAN TYPE B(M), SPLIJTBAAR
Colli van type C (2.2.7.2.4.6)
UN 3323 RADIOACTIEVE STOFFEN IN COLLO VAN TYPE C, niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld
UN 3330 RADIOACTIEVE STOFFEN IN COLLO VAN TYPE C, SPLIJTBAAR
Speciale regeling (2.2.7.2.5)
UN 2919 RADIOACTIEVE  STOFFEN,  VERVOERD  OP  GROND  VAN  EEN  SPECIALE  REGELING,  niet
splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld
UN 3331 RADIOACTIEVE   STOFFEN,   VERVOERD   OP   GROND   VAN   EEN   SPECIALE   REGELING, SPLIJTBAAR
Uraniumhexafluoride (2.2.7.2.4.5)
UN 2977 RADIOACTIEVE STOFFEN, URANIUMHEXAFLUORIDE, SPLIJTBAAR
UN 2978

RADIOACTIEVE STOFFEN, URANIUMHEXAFLUORIDE, niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteldᵇ

minder dan 0,1 kg per collo, niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld b,c
UN 3507

UN   3507   URANIUMHEXAFLUORIDE,   RADIOACTIEVE   STOFFEN,   VRIJGESTELD   COLLO,

minder dan 0,1 kg per collo, niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld b,c

  1. De juiste vervoersnaam is vermeld in de kolom "juiste vervoersnaam en beschrijving" en betreft uitsluitend het in hoofdletters geschreven gedeelte. Bij de UN-nummers 2909, 2911, 2913 en 3326, waar alternatieve juiste vervoersnamen door het woord "of" van elkaar worden gescheiden, moet uitsluitend de relevante juiste vervoersnaam worden gebruikt.
  2. De term "splijtbaar-vrijgesteld" verwijst uitsluitend naar stoffen die zijn vrijgesteld onder 2.2.7.2.3.5.
  3. Zie voor UN-nummer 3507 ook bijzondere bepaling 369 in hoofdstuk 3.3.

2.2.7.2.2

Basiswaarden voor radionucliden

 

2.2.7.2.2.1

De volgende basiswaarden voor de individuele radionucliden zijn aangegeven in tabel 2.2.7.7.2.1:

  1. A1 en A2 in TBq;
  2. de grenswaarde voor de concentratie van de activiteit voor vrijgestelde stoffen in Bq/g; en
  3. de grenswaarde voor de activiteit van een vrijgestelde zending in Bq.

 

RADIONUCLIDE
(ATOOMNUMMER)

A1

A2

Grenswaarde voor de concentratie van de activiteit voor vrijgestelde stoffen

 

Grenswaarde voor de activiteit van een vrijgestelde zending

 

  (TBq) (TBq) (Bq/g) (Bq)

Actinium (89)

       

Ac-225 a)

8 × 10-1

6 × 10-3

1 × 101

1 × 104

Ac-227 a)

9 × 10-1

9 × 10-5

1 × 10-1

1 × 103

Ac-228

6 × 10-1

5 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Zilver (47)

       

Ag-105

2 × 10o

2 × 10o

1 × 102

1 × 106

Ag-108m a)

7 × 10-1

7 × 10-1

1 × 101 b)

1 × 106 b)

Ag-110m a)

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Ag-111

2 × 10o

6 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Aluminium (13)

       

Al-26

1 × 10-1

1 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Americium (95)

       

Am-241

1 × 101

1 × 10-3

1 × 10o

1 × 104

Am-242m a)

1 × 101

1 × 10-3

1 × 10o b)

1 × 104 b)

Am-243 a)

5 × 10o

1 × 10-3

1 × 10o b)

1 × 103 b)

Argon (18)

       

Ar-37

4 × 101

4 × 101

1 × 106

1 × 108

Ar-39

4 × 101

2 × 101

1 × 107

1 × 104

Ar-41

3 × 10-1

3 × 10-1

1 × 102

1 × 109

Arsenicum (33)

       

As-72

3 × 10-1

3 × 10-1

1 × 101

1 × 105

As-73

4 × 101

4 × 101

1 × 103

1 × 107

As-74

1 × 10o

9 × 10-1

1 × 101

1 × 106

As-76

3 × 10-1

3 × 10-1

1 × 102

1 × 105

As-77

2 × 101

7 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Astatium (85)

       

At-211 a)

2 × 101

5 × 10-1

1 × 103

1 × 107

Goud (79)

       

Au-193

7 × 10o

2 × 10o

1 × 102

1 × 107

Au-194

1 × 10o

1 × 10o

1 × 101

1 × 106

Au-195

1 × 101

6 × 10o

1 × 102

1 × 107

Au-198

1 × 10o

6 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Au-199

1 × 101

6 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Barium (56)

       

Ba-131 a)

2 × 10o

2 × 10o

1 × 102

1 × 106

Ba-133

3 × 10o

3 × 10o

1 × 102

1 × 106

Ba-133m

2 × 101

6 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Ba-135m

2 x 101

6 x 10-1

1 x 102

1 x 106

Ba-140 a)

5 × 10-1

3 × 10-1

1 × 101 b)

1 × 105 b)

Beryllium (4)

       

Be-7

2 × 101

2 × 101

1 × 103

1 × 107

Be-10

4 × 101

6 × 10-1

1 × 104

1 × 106

Bismut (83)

       

Bi-205

7 × 10-1

7 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Bi-206

3 × 10-1

3 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Bi-207

7 × 10-1

7 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Bi-210

1 × 10o

6 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Bi-210m a)

6 × 10-1

2 × 10-2

1 × 101

1 × 105

Bi-212 a)

7 × 10-1

6 × 10-1

1 × 101 b)

1 × 105 b)

Berkelium (97)

       

Bk-247

8 × 10o

8 × 10-4

1 × 10o

1 × 104

Bk-249 a)

4 × 101

3 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Broom (35)

       

Br-76

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Br-77

3 × 10o

3 × 10o

1 × 102

1 × 106

Br-82

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Koolstof (6)

       

C-11

1 × 10o

6 × 10-1

1 × 101

1 × 106

C-14

4 × 101

3 × 10o

1 × 104

1 × 107

Calcium (20)

       

Ca-41

onbeperkt

onbeperkt

1 × 105

1 × 107

Ca-45

4 × 101

1 × 10o

1 × 104

1 × 107

Ca-47 a)

3 × 10o

3 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Cadmium (48)

       

Cd-109

3 × 101

2 × 10 o

1 × 104

1 × 106

Cd-113m

4 × 101

5 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Cd-115 a)

3 × 10 o

4 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Cd-115m

5 × 10-1

5 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Cerium (58)

       

Ce-139

7 × 10 o

2 × 10 o

1 × 102

1 × 106

Ce-141

2 × 101

6 × 10-1

1 × 102

1 × 107

Ce-143

9 × 10-1

6 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Ce-144 a)

2 × 10-1

2 × 10-1

1 × 102 b)

1 × 105 b)

Californium (98)

       

Cf-248

4 × 101

6 × 10-3

1 × 101

1 × 104

Cf-249

3 × 10o

8 × 10-4

1 × 10o

1 × 103

Cf-250

2 × 101

2 × 10-3

1 × 101

1 × 104

Cf-251

7 × 10o

7 × 10-4

1 × 10o

1 × 103

Cf-252

1 × 10-1

3 × 10-3

1 × 101

1 × 104

Cf-253 a)

4 × 101

4 × 10-2

1 × 102

1 × 105

Cf-254

1 × 10-3

1 × 10-3

1 × 10o

1 × 103

Chloor (17)

       

Cl-36

1 × 101

6 × 10-1

1 × 104

1 × 106

Cl-38

2 × 10-1

2 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Curium (96)

       

Cm-240

4 × 101

2 × 10-2

1 × 102

1 × 105

Cm-241

2 × 10o

1 × 10o

1 × 102

1 × 106

Cm-242

4 × 101

1 × 10-2

1 × 102

1 × 105

Cm-243

9 × 10o

1 × 10-3

1 × 10o

1 × 104

Cm-244

2 × 101

2 × 10-3

1 × 101

1 × 104

Cm-245

9 × 10o

9 × 10-4

1 × 10o

1 × 103

Cm-246

9 × 10o

9 × 10-4

1 × 10o

1 × 103

Cm-247 a)

3 × 10o

1 × 10-3

1 × 10o

1 × 104

Cm-248

2 × 10-2

3 × 10-4

1 × 10o

1 × 103

Kobalt (27)

       

Co-55

5 × 10-1

5 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Co-56

3 × 10-1

3 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Co-57

1 × 101

1 × 101

1 × 102

1 × 106

Co-58

1 × 10 o

1 × 10 o

1 × 101

1 × 106

Co-58m

4 × 101

4 × 101

1 × 104

1 × 107

Co-60

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Chroom (24)

       

Cr-51

3 × 101

3 × 101

1 × 103

1 × 107

Cesium (55)

       

Cs-129

4 × 10o

4 × 10o

1 × 102

1 × 105

Cs-131

3 × 101

3 × 101

1 × 103

1 × 106

Cs-132

1 × 10o

1 × 10o

1 × 101

1 × 105

Cs-134

7 × 10-1

7 × 10-1

1 × 101

1 × 104

Cs-134m

4 × 101

6 × 10-1

1 × 103

1 × 105

Cs-135

4 × 101

1 × 10o

1 × 104

1 × 107

Cs-136

5 × 10-1

5 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Cs-137 a)

2 × 10 o

6 × 10-1

1 × 101 b)

1 × 104 b)

Koper (29)

       

Cu-64

6 × 10o

1 × 10o

1 × 102

1 × 106

Cu-67

1 × 101

7 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Dysprosium (66)

       

Dy-159

2 × 101

2 × 101

1 × 103

1 × 107

Dy-165

9 × 10-1

6 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Dy-166 a)

9 × 10-1

3 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Erbium (68)

       

Er-169

4 × 101

1 × 10o

1 × 104

1 × 107

Er-171

8 × 10-1

5 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Europium (63)

       

Eu-147

2 × 10o

2 × 10o

1 × 102

1 × 106

Eu-148

5 × 10-1

5 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Eu-149

2 × 101

2 × 101

1 × 102

1 × 107

Eu-150 (kortlevend)

2 × 10o

7 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Eu-150 (langlevend)

7 × 10-1

7 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Eu-152

1 × 10o

1 × 10o

1 × 101

1 × 106

Eu-152m

8 × 10-1

8 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Eu-154

9 × 10-1

6 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Eu-155

2 × 101

3 × 10o

1 × 102

1 × 107

Eu-156

7 × 10-1

7 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Fluor (9)

       

F-18

1 × 10o

6 × 10-1

1 × 101

1 × 106

IJzer (26)

       

Fe-52 a)

3 × 10-1

3 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Fe-55

4 × 101

4 × 101

1 × 104

1 × 106

Fe-59

9 × 10-1

9 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Fe-60 a)

4 × 101

2 × 10-1

1 × 102

1 × 105

Gallium (31)

       

Ga-67

7 × 10o

3 × 10o

1 × 102

1 × 106

Ga-68

5 × 10-1

5 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Ga-72

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Gadolinium (64)

       

Gd-146 a)

5 × 10-1

5 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Gd-148

2 × 101

2 × 10-3

1 × 101

1 × 104

Gd-153

1 × 101

9 × 10o

1 × 102

1 × 107

Gd-159

3 × 10o

6 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Germanium (32)

       

Ge-68 a)

5 × 10-1

5 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Ge-69

1 x 100

1 x 100

1 x 101

1 x 106

Ge-71

4 × 101

4 × 101

1 × 104

1 × 108

Ge-77

3 × 10-1

3 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Hafnium (72)

       

Hf-172 a)

6 × 10-1

6 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Hf-175

3 × 10o

3 × 10 o

1 × 102

1 × 106

Hf-181

2 × 10o

5 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Hf-182

onbeperkt

onbeperkt

1 × 102

1 × 106

Kwik (80)

       

Hg-194 a)

1 × 10o

1 × 10o

1 × 101

1 × 106

Hg-195m a)

3 × 10o

7 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Hg-197

2 × 101

1 × 101

1 × 102

1 × 107

Hg-197m

1 × 101

4 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Hg-203

5 × 10o

1 × 10o

1 × 102

1 × 105

Holmium (67)

       

Ho-166

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 103

1 × 105

Ho-166m

6 × 10-1

5 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Jodium (53)

       

l-123

6 × 10o

3 × 10o

1 × 102

1 × 107

I-124

1 × 10o

1 × 10o

1 × 101

1 × 106

l-125

2 × 101

3 × 10o

1 × 103

1 × 106

l-126

2 × 10o

1 × 10o

1 × 102

1 × 106

l-129

onbeperkt

onbeperkt

1 ×102

1 × 105

l-131

3 × 100

7 × 10-1

1 × 102

1 × 106

l-132

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 101

1 × 105

l-133

7 × 10-1

6 × 10-1

1 × 101

1 × 106

l-134

3 × 10-1

3 × 10-1

1 × 101

1 × 105

l-135 a)

6 × 10-1

6 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Indium (49)

       

In-111

3 × 10o

3 × 10o

1 × 102

1 × 106

In-113m

4 × 10o

2 × 10o

1 × 102

1 × 106

In-114m a)

1 × 101

5 × 10-1

1 × 102

1 × 106

In-115

7 × 10 o

1 × 10 o

1 × 102

1 × 106

Iridium (77)

       

Ir-189 a)

1 × 101

1 × 101

1 × 102

1 × 107

Ir-190

7 × 10-1

7 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Ir-192

1 × 10 o c)

6 × 10-1

1 × 101

1 × 104

Ir-193

4 x 101

6 x 100

1 x 104

1 x 107

Ir-193m

4 x 100

4 x 100

1 x 104

1 x 107

Ir-194

3 × 10-1

3 × 10-1

1 × 102

1 × 105

Kalium (19)

       

K-40

9 × 10-1

9 × 10-1

1 × 102

1 × 106

K-42

2 × 10-1

2 × 10-1

1 × 102

1 × 106

K-43

7 × 10-1

6 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Krypton (36)

       

Kr-79

4 x 10o

2 x 10o

1 x 103

1 x 105

Kr-81

4 × 101

4 × 101

1 × 104

1 × 107

Kr-85

1 × 101

1 × 101

1 × 105

1 × 104

Kr-85m

8 × 10o

3 × 10o

1 × 103

1 × 1010

Kr-87

2 × 10-1

2 × 10-1

1 × 102

1 × 109

Lanthanium (57)

       

La-137

3 × 101

6 × 10o

1 × 103

1 × 107

La-140

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Lutetium (71)

       

Lu-172

6 × 10-1

6 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Lu-173

8 × 10o

8 × 10o

1 × 102

1 × 107

Lu-174

9 × 10o

9 × 10o

1 × 102

1 × 107

Lu-174m

2 × 101

1 × 101

1 × 102

1 × 107

Lu-177

3 × 101

7 × 10-1

1 × 103

1 × 107

Magnesium (12)

       

Mg-28a)

3 × 10-1

3 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Mangaan (25)

       

Mn-52

3 × 10-1

3 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Mn-53

onbeperkt  

onbeperkt  

1 × 104

1 × 109

Mn-54

1 × 10o

1 × 10o

1 × 101

1 × 106

Mn-56

3 × 10-1

3 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Molybdeen (42)

       

Mo-93

4 × 101

2 × 101

1 × 103

1 × 108

Mo-99 a)

1 × 10o

6 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Stikstof (7)

       

N-13

9 × 10-1

6 × 10-1

1 × 102

1 × 109

Natrium (11)

       

Na-22

5 × 10-1

5 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Na-24

2 × 10-1

2 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Niobium (41)

       

Nb-93m

4 × 101

3 × 101

1 × 104

1 × 107

Nb-94

7 × 10-1

7 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Nb-95

1 × 10o

1 × 10o

1 × 101

1 × 106

Nb-97

9 × 10-1

6 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Neodymium (60)

       

Nd-147

6 × 10o

6 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Nd-149

6 × 10-1

5 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Nikkel (28)

       

Ni-57

6 x 10-1

6 x 10-1

1 x 101

1 x 106

Ni-59

onbeperkt

onbeperkt

1 × 104

1 × 108

Ni-63

4 × 101

3 × 101

1 × 105

1 × 108

Ni-65

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Neptunium (93)

       

Np-235

4 × 101

4 × 101

1 × 103

1 × 107

Np-236 (kortlevend)

2 × 101

2 × 10o

1 × 103

1 × 107

Np-236 (langlevend)

9 × 10o

2 × 10-2

1 × 102

1 × 105

Np-237

2 × 101

2 × 10-3

1 × 10o b)

1 × 103 b)

Np-239

7 × 10o

4 × 10-1

1 × 102

1 × 107

Osmium (76)

       

Os-185

1 × 10o

1 × 10o

1 × 101

1 × 106

Os-191

1 × 101

2 × 10o

1 × 102

1 × 107

Os-191m

4 × 101

3 × 101

1 × 103

1 × 107

Os-193

2 × 10o

6 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Os-194a)

3 × 10-1

3 × 10-1

1 × 102

1 × 105

Fosfor (15)

       

P-32

5 × 10-1

5 × 10-1

1 × 103

1 × 105

P-33

4 × 101

1 × 10o

1 × 105

1 × 108

Protactinium (91)

       

Pa-230 a)

2 × 10o

7 × 10-2

1 × 101

1 × 106

Pa-231

4 × 10o

4 × 10-4

1 × 10o

1 × 103

Pa-233

5 × 10o

7 × 10-1

1 × 102

1 × 107

Lood (82)

       

Pb-201

1 × 10o

1 × 10o

1 × 101

1 × 106

Pb-202

4 × 101

2 × 101

1 × 103

1 × 106

Pb-203

4 × 10o

3 × 10o

1 × 102

1 × 106

Pb-205

onbeperkt

onbeperkt

1 × 104

1 × 107

Pb-210a)

1 × 10o

5 × 10-2

1 × 101 b)

1 × 104 b)

Pb-212a)

7 × 10-1

2 × 10-1

1 × 101 b)

1 × 105 b)

Palladium (46)

       

Pd-103 a)

4 × 101

4 × 101

1 × 103

1 × 108

Pd-107

onbeperkt

onbeperkt

1 × 105

1 × 108

Pd-109

2 × 10o

5 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Promethium (61)

       

Pm-143

3 × 10o

3 × 10o

1 × 102

1 × 106

Pm-144

7 × 10-1

7 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Pm-145

3 × 101

1 × 101

1 × 103

1 × 107

Pm-147

4 × 101

2 × 10o

1 × 104

1 × 107

Pm-148ma)

8 × 10-1

7 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Pm-149

2 × 10o

6 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Pm-151

2 × 10o

6 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Polonium (84)

       

Po-210

4 × 101

2 × 10-2

1 × 101

1 × 104

Praseodymium (59)

       

Pr-142

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 102

1 × 105

Pr-143

3 × 10o

6 × 10-1

1 × 104

1 × 106

Platina (78)

       

Pt-188a)

1 × 10o

8 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Pt-191

4 × 10 o

3 × 10 o

1 × 102

1 × 106

Pt-193

4 × 101

4 × 101

1 × 104

1 × 107

Pt-193m

4 × 101

5 × 10-1

1 × 103

1 × 107

Pt-195m

1 × 101

5 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Pt-197

2 × 101

6 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Pt-197m

1 × 101

6 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Plutonium (94)

       

Pu-236

3 × 101

3 × 10-3

1 × 101

1 × 104

Pu-237

2 × 101

2 × 101

1 × 103

1 × 107

Pu-238

1 × 101

1 × 10-3

1 × 10o

1 × 104

Pu-239

1 × 101

1 × 10-3

1 × 10o

1 × 104

Pu-240

1 × 101

1 × 10-3

1 × 10o

1 × 103

Pu-241a)

4 × 101

6 × 10-2

1 × 102

1 × 105

Pu-242

1 × 101

1 × 10-3

1 × 10o

1 × 104

Pu-244a)

4 × 10-1

1 × 10-3

1 × 10o

1 × 104

Radium (88)

       

Ra-223a)

4 × 10-1

7 × 10-3

1 × 102 b)

1 × 105 b)

Ra-224a)

4 × 10-1

2 × 10-2

1 × 101 b)

1 × 105 b)

Ra-225a)

2 × 10-1

4 × 10-3

1 × 102

1 × 105

Ra-226a)

2 × 10-1

3 × 10-3

1 × 101 b)

1 × 104 b)

Ra-228a)

6 × 10-1

2 × 10-2

1 × 101 b)

1 × 105 b)

Rubidium (37)

       

Rb-81

2 × 10o

8 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Rb-83 a)

2 × 10o

2 × 10o

1 × 102

1 × 106

Rb-84

1 × 10o

1 × 10o

1 × 101

1 × 106

Rb-86

5 × 10-1

5 × 10-1

1 × 102

1 × 105

Rb-87

onbeperkt

onbeperkt

1 × 104

1 × 107

Rb (natuurlijk)

onbeperkt

onbeperkt

1 × 104

1 × 107

Renium (75)

       

Re-184

1 × 10o

1 × 10o

1 × 101

1 × 106

Re-184m

3 × 10o

1 × 10o

1 × 102

1 × 106

Re-186

2 × 10o

6 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Re-187

onbeperkt

onbeperkt

1 × 106

1 × 109

Re-188

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 102

1 × 105

Re-189 a)

3 × 10o

6 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Re (natuurlijk)

onbeperkt

onbeperkt

1 × 106

1 × 109

Rodium (45)

       

Rh-99

2 × 10o

2 × 10o

1 × 101

1 × 106

Rh-101

4 × 10o

3 × 10o

1 × 102

1 × 107

Rh-102

5 × 10-1

5 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Rh-102m

2 × 10o

2 × 10o

1 × 102

1 × 106

Rh-103m

4 × 101

4 × 101

1 × 104

1 × 108

Rh-105

1 × 101

8 × 10-1

1 × 102

1 × 107

Radon (86)

       

Rn-222a)

3 × 10-1

4 × 10-3

1 × 101 b)

   1 × 108 b)

Ruthenium (44)

       

Ru-97

5 × 10o

5 × 10o

1 × 102

1 × 107

Ru-103 a)

2 × 10o

2 × 10o

1 × 102

1 × 106

Ru-105

1 × 10o

6 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Ru-106a)

2 × 10-1

2 × 10-1

1 × 102 b)

   1 × 105 b)

Zwavel (16)

       

S-35

4 × 101

3 × 10o

1 × 105

1 × 108

Antimoon (51)

       

Sb-122

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 102

1 × 104

Sb-124

6 × 10-1

6 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Sb-125

2 × 10o

1 × 10o

1 × 102

1 × 106

Sb-126

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Scandium (21)

       

Sc-44

5 × 10-1

5 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Sc-46

5 × 10-1

5 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Sc-47

1 × 101

7 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Sc-48

3 × 10-1

3 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Selenium (34)

       

Se-75

3 × 10o

3 × 10o

1 × 102

1 × 106

Se-79

4 × 101

2 × 10o

1 × 104

1 × 107

Silicium (14)

       

Si-31

6 × 10-1

6 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Si-32

4 × 101

5 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Samarium (62)

       

Sm-145

1 × 101

1 × 101

1 × 102

1 × 107

Sm-147

onbeperkt

onbeperkt

1 × 101

1 × 104

Sm-151

4 × 101

1 × 101

1 × 104

1 × 108

Sm-153

9 × 10o

6 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Tin (50)

       

Sn-113a)

4 × 10o

2 × 10 o

1 × 103

1 × 107

Sn-117m

7 × 10o

4 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Sn-119m

4 × 101

3 × 101

1 × 103

1 × 107

Sn-121ma)

4 × 101

9 × 10-1

1 × 103

1 × 107

Sn-123

8 × 10-1

6 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Sn-125

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 102

1 × 105

Sn-126a)

6 × 10-1

4 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Strontium (38)

       

Sr-82a)

2 × 10-1

2 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Sr-83

1 x 100

1 x 100

1 x 101

1 x 106

Sr-85

2 × 10o

2 × 10o

1 × 102

1 × 106

Sr-85m

5 × 10o

5 × 10o

1 × 102

1 × 107

Sr-87m

3 × 10o

3 × 10o

1 × 102

1 × 106

Sr-89

6 × 10-1

6 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Sr-90a)

3 × 10-1

3 × 10-1

1 × 102 b)

   1 × 104 b)

Sr-91 a)

3 × 10-1

3 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Sr-92 a)

1 × 10o

3 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Tritium (1)

       

T (H-3)

4 × 101

4 × 101

1 × 106

1 × 109

Tantalium (73)

       

Ta-178 (langlevend)

1 × 10o

8 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Ta-179

3 × 101

3 × 101

1 × 103

1 × 107

Ta-182

9 × 10-1

5 × 10-1

1 × 101

1 × 104

Terbium (65)

       

Tb-149

8 x 101

8 x 101

1 x 101

1 x 106

Tb-157

4 × 101

4 × 101

1 × 104

1 × 107

Tb-158

1 × 10o

1 × 10o

1 × 101

1 × 106

Tb-160

1 × 10o

6 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Tb-161

3 x 101

7 x 10-1

1 x 103

1 x 106

Technetium (43)

       

Tc-95ma)

2 × 10o

2 × 10o

1 × 101

1 × 106

Tc-96

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Tc-96ma)

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 103

1 × 107

Tc-97

onbeperkt

onbeperkt

1 × 103

1 × 108

Tc-97m

4 × 101

1 × 10o

1 × 103

1 × 107

Tc-98

8 × 10-1

7 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Tc-99

4 × 101

9 × 10-1

1 × 104

1 × 107

Tc-99m

1 × 101

4 × 10o

1 × 102

1 × 107

Tellurium (52)

       

Te-121

2 × 10o

2 × 10o

1 × 101

1 × 106

Te-121m

5 × 10o

3 × 10o

1 × 102

1 x 106

Te-123m

8 × 10o

1 × 10o

1 × 102

1 × 107

Te-125m

2 × 101

9 × 10-1

1 × 103

1 × 107

Te-127

2 × 101

7 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Te-127ma)

2 × 101

5 × 10-1

1 × 103

1 × 107

Te-129m

7 × 10-1

6 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Te-129ma)

8 × 10-1

4 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Te-131ma)

7 × 10-1

5 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Te-132a)

5 × 10-1

4 × 10-1

1 × 102

1 × 107

Thorium (90)

       

Th-227

1 × 101

5 × 10-3

1 × 101

1 × 104

Th-228a)

5 × 10-1

1 × 10-3

1 × 10o b)

   1 × 104 b)

Th-229

5 × 10o

5 × 10-4

1 × 10o b)

   1 × 103 b)

Th-230

1 × 101

1 × 10-3

1 × 10o

1 × 104

Th-231

4 × 101

2 × 10-2

1 × 103

1 × 107

Th-232

onbeperkt

onbeperkt

1 × 101

1 × 104

Th-234a)

3 × 10-1

3 × 10-1

1 × 103 b)

   1 × 105 b)

Th (natuurlijk)

onbeperkt

onbeperkt

1 × 10o b)

   1 × 103 b)

Titanium (22)

       

Ti-44a)

5 × 10-1

4 × 10-1

1 × 101

1 × 105

Thallium (81)

       

TI-200

9 × 10-1

9 × 10-1

1 × 101

1 × 106

TI-201

1 × 101

4 × 10o  

1 × 102

1 × 106

TI-202

2 × 10

2 × 10o  

1 × 102

1 × 106

TI-204

1 × 101

7 × 10-1

1 × 104

1 × 104

Thulium (69)

       

Tm-167

7 × 10o  

8 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Tm-170

3 × 10o  

6 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Tm-171

4 × 101

4 × 101

1 × 104

1 × 108

Uranium (92)

       

U-230 (snelle absorptie door de long) a) d)

4 × 101

1 × 10-1

1 × 101 b)

   1 × 105 b)

U-230 (absorptie door de long met gemiddelde snelheid) a) e)

4 × 101

4 × 10-3

1 × 101

1 × 104

U-230 (langzame absorptie door de long) a) f)

3 × 101

3 × 10-3

1 × 101

1 × 104

U-232 (snelle absorptie door de long)d)

4 × 101

1 × 10-2

1 × 100 b)

   1 × 103 b)

U-232 (absorptie door de long met gemiddelde snelheid)e)

4 × 101

7 × 10-3

1 × 101

1 × 104

U-232 (langzame absorptie door de long)f)

1 × 101

1 × 10-3

1 × 101

1 × 104

U-233 (snelle absorptie door de long)d)

4 × 101

9 × 10-2

1 × 101

1 × 104

U-233 (absorptie door de long met gemiddelde snelheid)e)

4 × 101

2 × 10-2

1 × 102

1 × 105

U-233 (langzame absorptie door de long)f)

4 × 101

6 × 10-3

1 × 101

1 × 105

U-234 (snelle absorptie door de long)d)

4 × 101

9 × 10-2

1 × 101

1 × 104

U-234 (absorptie door de long met gemiddelde snelheid)e)

4 × 101

2 × 10-2

1 × 102

1 × 105

U-234 (langzame absorptie door de long)f)

4 × 101

6 × 10-3

1 × 101

1 × 105

U-235 (alle typen absorptie door de long) a) d) e) f)

onbeperkt

onbeperkt

1 × 101 b)

1 × 104 b)

U-236 (snelle absorptie door de long)d)

onbeperkt

onbeperkt

1 × 101

1 × 104

U-236 (absorptie door de long met gemiddelde snelheid) e)

4 × 101

2 × 10-2

1 × 102

1 × 105

U-236 (langzame absorptie door de long)f)

4 × 101

6 × 10-3

1 × 101

1 × 104

U-238 (alle typen absorptie door de

long) d) e) f)

onbeperkt

onbeperkt

1 × 101 b)

   1 × 104 b)

U (natuurlijk)

onbeperkt

onbeperkt

1 × 10o b)

   1 × 103 b)

U (verrijkt ≤ 20 %)g)

onbeperkt

onbeperkt

1 × 10o

1 × 103

U (verarmd )

onbeperkt

onbeperkt

1 × 10o

1 × 103

Vanadium (23)

       

V-48

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 101

1 × 105

V-49

4 × 101

4 × 101

1 × 104

1 × 107

Wolfraam (74)

       

W-178a)

9 × 10o  

5 × 10o  

1 × 101

1 × 106

W-181

3 × 101

3 × 101

1 × 103

1 × 107

W-185

4 × 101

8 × 10-1

1 × 104

1 × 107

W-187

2 × 10o  

6 × 10-1

1 × 102

1 × 106

W-188a)

4 × 10-1

3 × 10-1

1 × 102

1 × 105

Xenon (54)

       

Xe-122a)

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 102

1 × 109

Xe-123

2 × 10o  

7 × 10-1

1 × 102

1 × 109

Xe-127

4 × 10o  

2 × 10o  

1 × 103

1 × 105

Xe-131m

4 × 101

4 × 101

1 × 104

1 × 104

Xe-133

2 × 101

1 × 101

1 × 103

1 × 104

Xe-135

3 × 10o  

2 × 10o  

1 × 103

1 × 1010

Yttrium (39)

       

Y-87 a)

1 × 10 o  

1 × 10o  

1 × 101

1 × 106

Y-88

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Y-90

3 × 10-1

3 × 10-1

1 × 103

1 × 105

Y-91

6 × 10-1

6 × 10-1

1 × 103

1 × 106

Y-91m

2 × 10o  

2 × 10o  

1 × 102

1 × 106

Y-92

2 × 10-1

2 × 10-1

1 × 102

1 × 105

Y-93

3 × 10-1

3 × 10-1

1 × 102

1 × 105

Ytterbium (70)

       

Yb-169

4 × 10o  

1 × 10o  

1 × 102

1 × 107

Yb-175

3 × 101

9 × 10-1

1 × 103

1 × 107

Zink (30)

       

Zn-65

2 × 10o  

2 × 10o  

1 × 101

1 × 106

Zn-69

3 × 10o  

6 × 10-1

1 × 104

1 × 106

Zn-69ma)

3 × 10o  

6 × 10-1

1 × 102

1 × 106

Zirkonium (40)

       

Zr-88

3 × 10o  

3 × 10o  

1 × 102

1 × 106

Zr-93

onbeperkt

onbeperkt

1 × 103 b)

1 × 107 b)

Zr-95 a)

2 × 10o  

8 × 10-1

1 × 101

1 × 106

Zr-97 a)

4 × 10-1

4 × 10-1

1 × 101 b)

1 × 105 b)

 

  1. In de waarden van A1 en/of A2 van deze oorspronkelijke nucliden zijn bijdragen van dochterproducten met een halveringstijd van minder dan 10 dagen inbegrepen, zoals aangegeven in de volgende lijst:

 

Mg-28 Sn-121m Bi-210m
Al-28 Sn-121 Tl-206
Ar-42 Sn-126 Bi-212
K-42 Sb-126m Tl-208, Po-212
Ca-47 Te-118 At-211
Sc-47 Sb-118 Po-211
Ti-44 Te-127m Rn-222
Sc-44 Te-127 Po-218, Pb-214, At-218, Bi-214, Po-214
Fe-52 Te-129m Ra-223
Mn-52m Te-129 Rn-219, Po-215, Pb-211, Bi-211, Po-211, Tl-207
Fe-60 Te-131m Ra-224
Co-60m Te-131 Rn-220, Po-216, Pb-212, Bi-212, Tl-208, Po-212
Zn-69m Te-132 Ra-225
Zn-69 I-132 Ac-225, Fr-221, At-217, Bi-213, Tl-209, Po-213, Pb-209
Ge-68 I-135 Ra-226
Ga-68 Xe-135m Rn-222, Po-218, Pb-214, At-218, Bi-214, Po-214
Rb-83 Xe-122 Ra-228
Kr-83m I-122 Ac-228
Sr-82 Cs-137 Ac-225
Rb-82 Ba-137m Fr-221, At-217, Bi-213, Tl-209, Po-213, Pb-209
Sr-90 Ba-131 Ac-227
Y-90 Cs-131 Fr-223
Sr-91 Ba-140 Th-228
Y-91m La-140 Ra-224, Rn-220, Po-216, Pb-212, Bi-212, Tl-208, Po-212
Sr-92 Ce-144 Th-234
Y-92 Pr-144m, Pr-144 Pa-234m, Pa-234
Y-87 Pm-148m Pa-230
Sr-87m Pm-148 Ac-226, Th-226, Fr-222, Ra-222, Rn-218, Po-214
Zr-95 Gd-146 U-230
Nb-95m Eu-146 Th-226, Ra-222, Rn-218, Po-214
Zr-97 Dy-166 U-235
Nb-97m, Nb-97 Ho-166 Th-231
Mo-99 Hf-172 Pu-241
Tc-99m Lu-172 U-237
Tc-95m W-178 Pu-244
Tc-95 Ta-178 U-240, Np-240m
Tc-96m W-188 Am-242m
Tc-96 Re-188 Am-242, Np-238
Ru-103 Re-189 Am-243
Rh-103m Os-189m Np-239
Ru-106 Os-194 Cm-247
Rh-106 Ir-194 Pu-243
Pd-103 Ir-189 Bk-249
Rh-103m Os-189m Am-245
Ag-108m Pt-188 Cf-253
Ag-108 Ir-188 Cm-249
Ag-110m Hg-194  
Ag-110 Au-194  
Cd-115 Hg-195m  
In-115m Hg-195  
In-114m Pb-210  
In-114 Bi-210  
Sn-113 Pb-212  
In-113m Bi-212, Tl-208, Po-212  

 

  1. Hieronder zijn de moedernucliden en hun dochterproducten, die in permanent evenwicht met elkaar zijn, opgesomd:

2.2.7.2.2.1B

  1. De hoeveelheid kan worden bepaald door meting van de vervalsnelheid of meting van het stralingsniveau op een voorgeschreven af-stand van de bron.
  2. Deze waarden zijn alleen van toepassing op uraniumverbindingen met de chemische formule UF6, UO2F2 of UO2 (NO3 )2, zowel onder normale vervoersomstandigheden als onder vervoersomstandigheden met ongeval.
  3. Deze waarden zijn alleen van toepassing op uraniumverbindingen met de chemische formule UO3, UF4 of UCl4 en zeswaardige verbindingen zowel onder normale vervoersomstandigheden als onder vervoersomstandigheden met ongeval.
  4. Deze waarden zijn van toepassing op alle uraniumverbindingen met uitzondering van de hierboven onder (d) en (e) aangegeven verbindingen.
  5. Deze waarden zijn uitsluitend van toepassing op niet-bestraald uranium.

 

2.2.7.2.2.2

  1. die niet zijn genoemd in de tabel in 2.2.7.2.2.1, is voor de bepaling van basiswaarden van het radionuclide, bedoeld in 2.2.7.2.2.1, multilaterale goedkeuring vereist.

    Voor deze radionucliden worden de grenswaarden voor de concentratie van de activiteit voor vrijgestelde stoffen en de grenswaarden voor de activiteit van vrijgestelde zendingen berekend in overeenstemming met de uitgangspunten zoals vastgesteld in “Radiation  Protection and Safety of Radiation Sources: International Basic Safety Standards”, IAEA Safety Standard Series No. GSR Part 3 IAEA, Vienna (2014)”.

    Het is toegestaan gebruik te maken van een A2-waarde, berekend met gebruikmaking van een dosiscoëfficiënt voor het type absorptie door de long, dat van toepassing is, zoals aanbevolen door de Internationale Commissie voor Radiologische Bescherming, indien de chemische verschijningsvorm van alle radionucliden zowel onder normale vervoersomstandigheden als bij ongevallen tijdens het vervoer in aanmerking wordt genomen.

    In plaats hiervan mogen de in de onderstaande tabel 2.2.7.2.2.2 opgenomen waarden voor radionucliden worden gebruikt zonder dat de goedkeuring van de bevoegde autoriteit is verkregen.

  2. In instrumenten of voorwerpen waarin radioactieve stoffen zijn ingesloten of als onderdeel zijn opgenomen in het instrument of ander industrieel voorwerp en die voldoen aan de vereisten van 2.2.7.2.4.1.3 (c) mogen, met multilaterale goedkeuring, alternatieve basiswaarden voor radionucliden in plaats van die in tabel 2.2.7.2.2.1 worden gebruikt voor de grenswaarden voor de activiteit van een vrijgestelde zending.

    Deze alternatieve grenswaarden voor de activiteit van een vrijgestelde zending moeten worden berekend in overeenstemming met de uitgangspunten zoals vastgesteld in GSR Part 3.

 

RADIOACTIEVE INHOUD A1
TBq
A2
TBq
Grenswaarde voor de concentratie van de activiteit voor vrijgestelde stoffen
Bq/g
Grenswaarde voor de activiteit van een vrijgestelde zending
Bq
Gebleken aanwezigheid van nucliden die alleen bèta- of gammastraling uitzenden 0,1 0,02 1 x 101 1 x 104
Gebleken aanwezigheid van nucliden die alfastraling, echter geen neutronenstraling uitzenden 0,2 9 x 10-5 1 x 10-1 1 x 103
Gebleken aanwezigheid van nucliden die neutronenstraling uitzenden, of er zijn geen relevante gegevens beschikbaar 0,001 9 x 10-5 1 x 10-1 1 x 103

 

 

2.2.7.2.2.3

Bij de berekeningen van A1 en A2 van een radionuclide dat niet in tabel 2.2.7.2.2.1 is genoemd, wordt een enkelvoudige radioactieve vervalreeks, waarin de radionucliden zich bevinden in dezelfde verhoudingen als in de natuurlijke toestand en waarin geen der nakomeling nucliden een halveringstijd van hetzij meer dan 10 dagen, hetzij meer dan die van de ouder nuclide bezit, beschouwd als een zuiver radionuclide; de activiteit die in aanmerking moet worden genomen en de waarden van A1 of A2 die van toepassing zijn, moeten in dit geval dezelfde zijn, als de waarden die overeenkomen met de ouder nuclide van deze reeks.

Bij radioactieve vervalreeksen waarbij één of meer nakomeling nucliden een halveringstijd bezitten van hetzij meer dan 10 dagen, hetzij meer is dan die van de ouder nuclide, worden de ouder nuclide en dergelijke nakomeling nucliden beschouwd als mengsels van ver¬schillende nucliden.

 

2.2.7.2.2.4

In het geval van mengsels van radionucliden kan de bepaling van de basiswaarden voor de radionucliden,
bedoeld in 2.2.7.2.2.1, als volgt geschieden:

2.2.7.2.2.4

waarin:
f(i) de fractie of concentratie van de activiteit is van radionuclide i in het mengsel;

X(i) de aangegeven waarde van A1 of A2 is, of de grenswaarde voor de concentratie van de activiteit voor
vrijgestelde stoffen, of de grenswaarde van de activiteit van een vrijgestelde zending, in het geval van
radionuclide i; en

Xm de afgeleide waarde voor A1 of A2 is, of de grenswaarde voor de concentratie van de activiteit voor vrijgestelde stoffen of de grenswaarde van de activiteit voor een vrijgestelde zending in het geval van een mengsel.

 

2.2.7.2.2.5

Indien de identiteit van elk radionuclide bekend is, maar de afzonderlijke activiteiten van bepaalde radionucliden niet bekend zijn, kunnen de radionucliden in groepen worden samengevat en kan voor de radionucliden van elke groep onder toepassing van de formules in 2.2.7.2.2.4 en 2.2.7.2.4.4 gebruik gemaakt worden van de laagste in aanmerking komende waarde die van toepassing is voor de radionucliden in elk van de groepen.

De groepen kunnen worden samengesteld op basis van de totale alfa-activiteit en de totale bèta/gamma-activiteit, indien deze bekend zijn, waarbij de laagste waarde voor de alfastralers of bèta/gammastralers moet worden aangehouden.

 

2.2.7.2.2.6

Voor afzonderlijke radionucliden of mengsels van radionucliden, waarvoor de betreffende gegevens niet beschikbaar zijn, moeten in de tabel in 2.2.7.2.2.2 opgenomen waarden worden gebruikt.

 

2.2.7.2.3

Bepaling van andere stofeigenschappen

2.2.7.2.3.1

Stoffen met geringe specifieke activiteit (LSA)

2.2.7.2.3.1.1

Gereserveerd

2.2.7.2.3.1.2

LSA-stoffen worden in drie groepen verdeeld:

  1. LSA-I
    1. uranium- en thoriumertsen en concentraten van dergelijke ertsen, en andere ertsen die natuurlijke radionucliden bevatten;
    2. natuurlijk uranium, verarmd uranium, natuurlijk thorium of verbindingen of mengsels daarvan, die niet bestraald zijn en in vaste of vloeibare vorm;
    3. radioactieve stoffen waarvoor de A2 waarde niet begrensd is. Splijtbare stoffen mogen uitsluitend worden opgenomen als zij onder 2.2.7.2.3.5 zijn vrijgesteld; of
    4. andere radioactieve stoffen waarin de activiteit gelijkmatig is verdeeld en de geschatte gemiddelde specifieke activiteit niet hoger is dan 30 maal de in 2.2.7.2.2.1 t/m 2.2.7.2.2.6 aangegeven waarden voor de activiteitsconcentratie. Splijtbare stoffen mogen uitsluitend worden opgenomen als zij onder 2.2.7.2.3.5 zijn vrijgesteld.
  2. LSA-II
    1. water met een concentratie van tritium van ten hoogste 0,8 TBq/L;
    2. andere stoffen, waarin de activiteit gelijkmatig is verdeeld en waarin de geschatte gemiddelde specifieke activiteit niet hoger is dan 10-4 A2/g voor vaste stoffen en gassen, en 10-5 A2/g voor vloeistoffen.
  3. LSA-III
    Vaste stoffen (bijv. in vaste vorm gebrachte afvalstoffen, geactiveerde stoffen), met uitzondering van poeders, waarin:
    1. de radioactieve stoffen gelijkmatig in een vaste stof of een verzameling van vaste voorwerpen of in een vast, compact bindmiddel (zoals beton, bitumen en ceramisch materiaal) verdeeld zijn;
    2. de geschatte gemiddelde specifieke activiteit van de vaste stof, met uitzondering van de afschermingsmaterialen niet meegerekend, niet hoger is dan 2 x 10-3 A2/g.

 

2.2.7.2.3.1.3

Geschrapt

2.2.7.2.3.1.4

Geschrapt

2.2.7.2.3.1.5

Geschrapt

2.2.7.2.3.2

Voorwerp met besmetting aan het oppervlak (Surface Contaminated Object, SCO)
SCO worden ingedeeld in één van de volgende drie groepen:

  1. SCO-I : Een vast voorwerp waarop:
    1. de afwrijfbare besmetting op het bereikbare oppervlak, gemiddeld over 300 cm2 (of over het totale oppervlak indien kleiner dan 300 cm2), voor bèta- of gammastralers, en alfastralers van geringe toxiciteit, niet hoger dan 4 Bq/ cm2, of voor alle andere alfastralers niet hoger dan 0,4 Bq/cm2 is; en
    2. de niet-afwrijfbare besmetting op het bereikbare oppervlak, gemiddeld over 300 cm2 (of over het totale oppervlak indien kleiner dan 300 cm2), voor bèta- of gammastralers, en alfastralers van geringe toxiciteit, niet hoger dan 4 x 104 Bq/ cm2, of voor alle andere alfastralers niet hoger dan 4 x 103 Bq/cm2 is; en
    3. de som van de afwrijfbare en niet-afwrijfbare besmetting op het niet bereikbare oppervlak, gemiddeld over 300 cm2 (of over het totale oppervlak indien kleiner dan 300 cm2), voor bèta- of gammastralers, en alfastralers van geringe toxiciteit, niet hoger dan 4 x 104 Bq/cm2, of voor alle andere alfastralers niet hoger dan 4 x 103 Bq/cm2 is.
  2. SCO-II: Een vast voorwerp waarvan ofwel de niet-afwrijfbare, dan wel de afwrijfbare besmetting op het oppervlak de in a) hierboven voor SCO-I aangegeven, van toepassing zijnde grenswaarden overschrijdt, en waarvoor:
    1. de afwrijfbare besmetting op het bereikbare oppervlak, gemiddeld over 300 cm2 (of over het totale oppervlak indien kleiner dan 300 cm2), voor bèta- of gammastralers, en alfastralers van geringe toxiciteit, niet hoger dan 400 Bq/ cm2, of voor alle andere alfastralers niet hoger dan 40 Bq/cm2 is; en
    2. de niet-afwrijfbare besmetting op het bereikbare oppervlak, gemiddeld over 300 cm2 (of over het totale oppervlak indien kleiner dan 300 cm2), voor bèta- of gammastralers, en alfastralers van geringe toxiciteit, niet hoger dan 8 x 105 Bq/ cm2, of voor alle andere alfastralers niet hoger dan 8 x 104 Bq/cm2 is; en
    3. de som van de afwrijfbare en niet-afwrijfbare besmetting op het bereikbare oppervlak, gemiddeld over 300 cm2 (of over het totale oppervlak indien kleiner dan 300 cm2), voor bèta- of gammastralers, en alfastralers van geringe toxiciteit, niet hoger dan 8 x 105 Bq/cm2, of voor alle andere alfastralers niet hoger dan 8 x 104 Bq/cm2 is.
  3. SCO-III: Een groot vast voorwerp dat vanwege het formaat niet vervoerd kan worden in een in het ADR voorgeschreven verpakking, en waarbij
    1. alle openingen hermetisch zijn gesloten om te voorkomen dat radioactiviteit ontsnapt onder de condities als beschreven in 4.1.9.2.4 (e);
    2. De binnenkant van het voorwerp zo droog mogelijk is;
    3. De afwrijfbare besmetting van de buitenkant de limieten als genoemd in 4.1.9.1.2 niet overschrijdt
    4. De niet-afwrijfbare besmetting en de afwrijfbare besmetting op de niet-toegankelijke delen voor zover die gemiddeld groter zijn dan 300 cm2, de waarden 8 x 105Bq/cm2 (voor bèta en gamma stralingsbronnen) of 8 x 104 Bq/cm2 voor alle andere alfa stralingsbronnen.

 

2.2.7.2.3.3

Radioactieve stoffen in speciale toestand

 

2.2.7.2.3.3.1

Radioactieve stoffen in speciale toestand moeten ten minste één afmeting bezitten die niet kleiner is dan 5 mm.

Indien een gesloten capsule deel uit maakt van de radioactieve stof in speciale toestand, moet de capsule zodanig zijn vervaardigd dat deze alleen kan worden geopend door de capsule te vernietigen.

Voor het ontwerp van radioactieve stoffen in speciale toestand is unilaterale goedkeuring vereist.

 

2.2.7.2.3.3.2

Radioactieve stoffen in speciale toestand moeten zodanig van aard te zijn of zodanig zijn ontworpen dat indien deze worden onderworpen aan de beproevingen in 2.2.7.2.3.3.4 t/m 2.2.7.2.3.3.8 wordt voldaan aan de volgende eisen:

  1. Er treedt geen breuk of versplintering op bij de botsings-, slag-, of buigproeven volgens 2.2.7.2.3.3.5 a), b) en c) en, voor zover van toepassing, 2.2.7.2.3.3.6 a);
  2. Er treedt geen smelten of dispersie op bij de toepasselijke verwarmingstest volgens 2.2.7.2.3.3.5 d) of, voor zover van toepassing, 2.2.7.2.3.3.6 b); en
  3. De activiteit in het water na de uitlogingsproef, zoals gesteld in 2.2.7.2.3.3.7 en 2.2.7.2.3.3.8, mag 2 kBq niet overschrijden; ofwel, in het geval van gesloten bronnen, mag de leksnelheid, bij de volumetrische lekbepaling, zoals genoemd in de ISO-norm 9978: 1992 "Radiation Protection - Sealed Radioactive Sources - Leakage Test Methods" de van toepassing zijnde aanvaardbaarheidsgrens, die voor de bevoegde autoriteit toelaatbaar is, niet overschrijden.

 

2.2.7.2.3.3.3

Er moet worden aangetoond dat aan de in 2.2.7.2.3.3.2 aangegeven prestatienormen is voldaan, in overeenstemming met het bepaalde in 6.4.12.1 en 6.4.12.2.

 

2.2.7.2.3.3.4

De monsters die radioactieve stoffen in speciale toestand omvatten of nabootsen, moeten worden onderworpen aan de valproef, de slagproef, de buigproef en de hitteproef, aangegeven in 2.2.7.2.3.3.5 of alternatieve beproevingen aangegeven in 2.2.7.2.3.3.6. Voor elk van de beproevingen mag een ander monster worden gebruikt. Na elke beproeving moet een uitlogingsonderzoek of een beproeving van de volumetrische lekkage op het monster worden uitgevoerd volgens een methode, die niet minder gevoelig is dan de methoden aangegeven in 2.2.7.2.3.3.7 voor de niet-verspreidbare vaste stof, of in 2.2.7.2.3.3.8 voor stoffen in capsules.

 

2.2.7.2.3.3.5

De betreffende beproevingsmethoden zijn:

  1. Valproef: Het monster moet van een hoogte van 9 m op de trefplaat vallen. De trefplaat moet overeenkomen met de definitie 6.4.14.

  2. Slagproef: Het monster moet worden geplaatst op een loden plaat die rust op een vlak vast oppervlak, en worden getroffen door de platte zijde van een staaf van zacht staal, zodanig dat een stoot wordt gegeven die gelijk is aan een vrije val van een massa van 1,4 kg van een hoogte van 1 m.

    De platte voorzijde van de staaf moet een diameter van 25 mm bezitten, waarvan de kanten zijn afgerond tot een straal van 3,0 ± 0,3 mm. Het lood, met een hardheid tussen 3,5 tot 4,5 op de schaal van Vickers en een dikte van niet meer dan 25 mm, moet een oppervlak bedekken dat groter is dan het oppervlak bedekt door het monster.
    Voor elke beproeving moet het monster op een onbeschadigd gedeelte van de loden plaat worden geplaatst. De staaf moet het monster op zodanige wijze treffen dat de grootst mogelijke schade wordt veroorzaakt.

  3. Buigproef: Deze beproeving is slechts van toepassing op langgerekte, smalle bronnen die enerzijds een minimumlengte bezitten van ten minste 10 cm en anderzijds een verhouding van de lengte tot de minimale dikte van ten minste 10.

    Het monster moet stevig in een horizontale positie op zodanige wijze zijn ingeklemd, dat het voor de helft van zijn lengte uit de buitenzijde van de klem uitsteekt.

    De stand van het monster moet zodanig te zijn dat aan het monster de grootst mogelijke schade wordt toegebracht wanneer het vrije deel wordt getroffen door de platte zijde van een stalen staaf.

    De staaf moet het monster zodanig treffen dat een stoot wordt gegeven die gelijkwaardig is aan een vrije verticale val van een massa van 1,4 kg van een hoogte van 1 m. De platte voorzijde van de staaf moet een diameter van 25 mm bezitten, waarvan de kanten zijn afgerond tot een straal van 3,0 ± 0,3 mm.

  4. Hitteproef: Het monster moet in lucht tot een temperatuur van 800 °C worden verhit en gedurende een periode van 10 minuten op die temperatuur worden gehouden, en moet daarna kunnen afkoelen.

 

2.2.7.2.3.3.6

Monsters die radioactieve stoffen in een gesloten capsule omvatten of nabootsen mogen worden uitgezonderd van:

  1. de beproevingen, voorgeschreven in 2.2.7.2.3.3.5 a) en b), onder voorwaarde dat de monsters in plaats hiervan worden onderworpen aan de slagproef, voorgeschreven in ISO-norm 2919:2012: “Radiation protection - Sealed radioactive sources - General requirements and classification (Stralingsbescherming - Gesloten radioactieve bronnen - Algemene eisen en classificatie)”:
    1. De slagproef van klasse 4, indien de massa van de radioactieve stof in speciale toestand kleiner is dan 200 g;
    2. De slagproef van klasse 5, indien de massa van de radioactieve stof in speciale toestand gelijk is aan of groter is dan 200 g maar kleiner dan 500 g;
  2. de in 2.2.7.2.3.3.5 d) voorgeschreven beproeving, onder voorwaarde dat deze in plaats hiervan wordt onderworpen aan de hitteproef van klasse 6, voorgeschreven in ISO-norm 2919:2012, "Radiation protection - Sealed radioactive sources - General requirements and classification".

 

2.2.7.2.3.3.7

Op monsters die niet-verspreidbare vaste stoffen omvatten of nabootsen, moet een bepaling van de uitloging worden uitgevoerd op de hierna volgende wijze:

  1. Het monster moet gedurende 7 dagen bij omgevingstemperatuur in water worden ondergedompeld. De hoeveelheid water die bij de beproeving moet worden gebruikt, moet voldoende zijn om te waarborgen dat aan het einde van de beproevingsperiode van 7 dagen het resterende vrije volume van het niet geabsorbeerde en niet in een reactie gebruikte water ten minste 10% van het volume van het beproevingsmonster van de vaste stof zelf is.

    Het water moet aanvankelijk een pH van 6 tot 8 en een geleidingsvermogen van ten hoogste 1 mS/m bij 20 °C bezitten.

  2. Het water met het monster moet vervolgens tot een temperatuur van 50 °C ± 5 °C worden verwarmd en gedurende 4 uur op deze temperatuur worden gehouden.

  3. Vervolgens moet de activiteit van het water worden bepaald.

  4. Het monster moet daarna gedurende ten minste 7 dagen in stilstaande lucht van niet minder dan 30 °C en met een relatieve vochtigheid van ten minste 90% worden gehouden.

  5. Daarna moet het monster worden ondergedompeld in water met dezelfde specificatie als in a) hierboven met het monster moet tot 50 °C± 5 °C worden verwarmd en gedurende 4 uur op deze temperatuur worden gehouden.

  6. Vervolgens moet de activiteit van het water worden bepaald.

 

2.2.7.2.3.3.8

Op monsters die radioactieve stoffen in gesloten capsules omvatten of nabootsen, moet ofwel een bepaling van de uitloging of een bepaling van de volumetrische lekkage worden uitgevoerd op de volgende wijze:

  1. De bepaling van de uitloging bestaat uit de volgende stappen:
    1. Het monster moet bij omgevingstemperatuur in water worden ondergedompeld. Het water moet aanvankelijk een pH van 6 tot 8 en een geleidingsvermogen van ten hoogste 1 mS/m bij 20 °C bezitten.
    2. Het water met het monster moet vervolgens tot een temperatuur van 50 °C ± 5 °C worden verwarmd en gedurende 4 uur op deze temperatuur worden gehouden.
    3. Vervolgens moet de activiteit van het water worden bepaald.
    4. Daarna moet het monster gedurende ten minste 7 dagen in stilstaande lucht van niet minder dan 30 °C en een relatieve vochtigheid van niet minder dan 90% worden gehouden.
    5. De handelingen volgens i), ii) en iii) moeten worden herhaald.
  2. De alternatieve beoordeling op volumetrische lekkage moet bestaan uit één der beproevingen die zijn voorgeschreven in de ISO-norm 9978:1992, "Radiation Protection Sealed radioactive sources - Leakage test methods", mits deze voor de bevoegde autoriteit aanvaardbaar zijn.

 

2.2.7.2.3.4

Gering verspreidbare radioactieve stoffen

 

2.2.7.2.3.4.1

Voor het ontwerp van gering verspreidbare radioactieve stoffen is multilaterale goedkeuring vereist. Gering verspreidbare radioactieve stoffen moeten van dien aard zijn dat de totale hoeveelheid van deze radioactieve stoffen in een collo, waarbij rekening wordt gehouden met de bepalingen van 6.4.8.14, voldoet aan de volgende voorschriften:

  1. Het dosistempo op 3 m afstand van de niet-afgeschermde radioactieve stoffen mag 10 mSv/h niet overschrijden;
  2. Indien onderworpen aan de beproevingen aangegeven in 6.4.20.3 en 6.4.20.4, zou de in de lucht vrijgekomen activiteit in de vorm van gas of deeltjes met een aerodynamisch equivalente diameter tot 100 μm, 100 A2 niet overschrijden. Voor elke beproeving mag een apart monster worden gebruikt; en
  3. Indien onderworpen aan de beproeving aangegeven in 2.2.7.2.3.4.3 zou de activiteit in het water 100 A2 niet mogen overschrijden. Bij de toepassing van deze beproeving moet rekening worden gehouden met de beschadigende effecten van de beproevingen hierboven aangegeven onder b).

 

2.2.7.2.3.4.2

Gering verspreidbare radioactieve stoffen moeten als volgt worden beproefd:

Een monster dat uit gering verspreidbare radioactieve stoffen bestaat of deze nabootst, moet worden onderworpen aan de verzwaarde verhittingsproef aangegeven in 6.4.20.3 en de stootproef aangegeven in 6.4.20.4.

Een verschillend monster mag worden gebruikt voor elke beproeving. Na afloop van elke beproeving moet het monster worden onderworpen aan de onderdompelingsproef aangegeven in 2.2.7.2.3.1.4.

Na elke beproeving moet worden vastgesteld of aan de voorschriften van 2.2.7.2.3.4.1 is voldaan.

 

2.2.7.2.3.4.3

Een monster van de stof in vaste vorm dat representatief is voor de gehele inhoud van het collo wordt gedurende 7 dagen bij omgevingstemperatuur in water ondergedompeld. De hoeveelheid water die bij de beproeving moet worden gebruikt, moet voldoende zijn om te waarborgen dat aan het einde van de beproevingsperiode van 7 dagen het resterende vrije volume van het niet-geabsorbeerde en niet in een reactie gebruikte water ten minste 10% van het volume van het beproevingsmonster van de vaste stof zelf is.

Het water moet aanvankelijk een pH van 6 tot 8 en een geleidingsvermogen bij 20 °C van ten hoogste 1 mS/m bezitten. Na afloop van de onderdompeling van het beproevingsmonster gedurende 7 dagen, moet de totale activiteit van het volume water worden gemeten.

 

2.2.7.2.3.4.4

Het bewijs van overeenstemming met de prestatienormen in 2.2.7.2.3.4.1, 2.2.7.2.3.4.2 en 2.2.7.2.3.4.3 moet overeenkomstig 6.4.12.1 en 6.4.12.2 worden geleverd.

 

2.2.7.2.3.5

Splijtbare stoffen

Splijtbare stoffen en colli die splijtbare stoffen bevatten, moeten worden ingedeeld onder de desbetreffende positie als "SPLIJTBAAR" in overeenstemming met tabel 2.2.7.2.1.1, tenzij zij vrijgesteld zijn onder een van de bepalingen van de onderstaande subparagrafen (a) t/m (f) en worden vervoerd volgens de voorschriften van 7.5.11 CV33 (4.3). Alle bepalingen zijn uitsluitend van toepassing op stoffen in colli die voldoen aan de vereisten van 6.4.7.2, tenzij de bepaling expliciet voorziet in verzending van niet-verpakte stoffen.

  1. Verrijkt uranium met ten hoogste 1 massa-% uranium-235 en met een totale hoeveelheid plutonium en uranium-233 niet groter dan 1 % van de massa van het uranium-235 onder voorwaarde dat de splijtbare nucliden in wezen gelijkmatig verdeeld zijn over de stof. Bovendien, indien het uranium-235 aanwezig is in de vorm van metaal, oxide of carbide mag het in het collo geen roosterstructuur vormen.
  2. Vloeibare oplossingen van uranylnitraat, verrijkt met uranium-235 tot een gehalte van ten hoogste 2 massa-%, met een totaal gehalte aan plutonium en uranium-233 van niet meer dan 0,002 % van de massa van het uranium en met en minimale atomaire verhouding tussen stikstof en uranium (N/U) van 2; en
  3. Verrijkt uranium met ten hoogste 5 massa-% uranium-235, onder voorwaarde dat:
    1. De hoeveelheid uranium-235 per collo niet meer bedraagt dan 3,5 g;
    2. De totale hoeveelheid plutonium en uranium-233 niet groter is dan 1% van de massa uranium-235 per collo;
    3. Bij het vervoer van het collo de verzendingsgrenswaarde van 7.5.11 CV33 (4.3) (c) niet wordt overschreden;
  4. Splijtbare nucliden waarvan de totale massa per collo niet groter is dan 2,0 g, onder voorwaarde dat bij het vervoer van het collo de verzendingsgrenswaarde van 7.5.11 CV33 (4.3) (d) niet wordt overschreden;
  5. Splijtbare nucliden waarvan de totale massa verpakt of niet-verpakt product niet groter is dan 45 g, met inachtneming van de voorwaarden in 7.5.11 CV33 (4.3) (e);
  6. Een splijtstof die voldoet aan de vereisten van 7.5.11 CV33 (4.3) (b), 2.2.7.2.3.6 en 5.1.5.2.1 

 

2.2.7.2.3.6

Splijtstof die onder 2.2.7.2.3.5 (f) is vrijgesteld van indeling als "SPLIJTBAAR" is subcritisch zonder dat accumulatiecontrole verricht hoeft te worden als is voldaan aan:

  1. De voorwaarden van 6.4.11.1 (a);
  2. De voorwaarden overeenkomstig de beoordelingsbepalingen van 6.4.11.12 (b) en 6.4.11.13 (b) voor colli.

 

2.2.7.2.4

Classificatie van colli of onverpakte stoffen

De hoeveelheid radioactieve stoffen in een collo mag de hieronder aangegeven desbetreffende grenswaarden voor het type collo niet overschrijden.

 

2.2.7.2.4.1

Classificatie als vrijgesteld collo

 

2.2.7.2.4.1.1

Een collo mag worden geclassificeerd als een vrijgesteld collo indien het aan een van de onderstaande voorwaarden voldoet:

  1. Het is een lege verpakking die radioactieve stoffen heeft bevat;
  2. Het bevat instrumenten of industriële voorwerpen met een activiteit die de grenswaarden voor activiteit in de kolommen (2) en (3) van tabel 2.2.7.2.4.1.2 niet overschrijdt;
  3. Het bevat industriële voorwerpen, vervaardigd van natuurlijk uranium, verarmd uranium of natuurlijk thorium;
  4. Het bevat radioactieve stoffen met een activiteit die de grenswaarden voor activiteit in kolom (4) van tabel 2.2.7.2.4.1.2 niet overschrijdt; of
  5. Het bevat minder dan 0,1 kg uraniumhexafluoride met een activiteit die de grenswaarden voor activiteit in kolom (4) van tabel 2.2.7.2.4.1.2 niet overschrijdt.

 

2.2.7.2.4.1.2

Een collo dat radioactieve stoffen bevat, mag worden geclassificeerd als vrijgesteld collo onder voorwaarde dat het dosistempo op geen enkel punt op het buitenoppervlak 5 μSv/h overschrijdt.

Aggregatietoestand van de inhoud. Instrument of voorwerp Stoffen
Grenswaarden per instrument / voorwerpa Grenswaarden per colloa Grenswaarden per colloa
vaste stoffen
In speciale toestand 10-2 A1 A1 10-3 A1
In andere vorm 10-2 A2 A2 10-3 A2
Vloeistoffen 10-3 A2 10-1 A2 10-4 A2
Gassen
Tritium 2 x 10-2 A2 2 x 10-1 A2 2 x 10-2 A2
In speciale toestand 10-3 A1 10-2 A1 10-3 A1
In andere vorm 10-3 A2 10-2 A2 10-3 A2

 a Voor mengsels van radionucliden zie 2.2.7.2.2.4 t/m 2.2.7.2.2.6

 

2.2.7.2.4.1.3

Radioactieve stoffen die zijn ingesloten of als onderdeel zijn opgenomen in een instrument of een ander industrieel voorwerp kunnen worden ingedeeld onder UN-nummer 2911 RADIOACTIEVE STOFFEN, VRIJGESTELD COLLO - INSTRUMENTEN of INDUSTRIËLE VOORWERPEN mits:

  1. het dosistempo op 10 cm afstand van elk punt van het buitenoppervlak van elk onverpakt instrument of voorwerp niet hoger is dan 0,1 mSv/h;
  2. elk instrument of industrieel voorwerp aan het uitwendig oppervlak voorzien is van het kenmerk "RADIOACTIVE", behalve:
    1. radioluminescente uurwerken en apparaten;
    2. consumentenproducten die ofwel een toelating volgens de voorschriften overeenkomstig 1.7.1.4 (e) hebben ontvangen dan wel elk afzonderlijk niet de grenswaarde voor de activiteit voor een vrijgestelde zending in tabel 2.2.7.2.2.1 (kolom 5) overschrijden, onder voorwaarde dat dergelijke producten worden vervoerd in een collo dat op een inwendig oppervlak is voorzien van het kenmerk "RADIOACTIVE" op een zodanige wijze, dat een waarschuwing voor de aanwezigheid van radioactieve stoffen zichtbaar is bij het openen van het collo; en
    3. andere instrumenten of industriële voorwerpen die te klein zijn om het kenmerk "RADIOACTIVE" te kunnen dragen, onder voorwaarde dat zij worden vervoerd in een collo dat op zijn inwendig oppervlak is voorzien van het kenmerk "RADIOACTIVE" op een zodanige wijze, dat een waarschuwing voor de aanwezigheid van radioactieve stoffen zichtbaar is bij het openen van het collo;
  3. de actieve stoffen volledig zijn ingesloten door niet-actieve componenten (een voorziening die alleen de functie vervult van het omsluiten van de radioactieve stoffen mag niet worden beschouwd als instrument of industrieel voorwerp); en
  4. aan de grenswaarden aangegeven in de kolommen 2 en 3 van tabel 2.2.7.2.4.1.2 voor elk afzonderlijk artikel, resp. elk collo wordt voldaan en
  5. Gereserveerd
  6. Als het collo splijtstoffen bevat, één van de voorschriften in 2.2.7.2.3.5 (a t/m f) wordt toegepast.

 

2.2.7.2.4.1.4

Radioactieve stoffen in vormen anders dan die welke zijn aangegeven in 2.2.7.2.4.1.3 met een activiteit die de grenswaarden aangegeven in kolom 4 van Tabel 2.2.7.2.4.1.2 niet overschrijdt, mogen worden ingedeeld onder UN-nummer 2910 RADIOACTIEVE STOFFEN, VRIJGESTELD COLLO - BEPERKTE HOEVEELHEID STOF onder voorwaarde dat:

  1. het collo zijn radioactieve inhoud binnenhoudt onder routinematige vervoersomstandigheden; en
  2. het collo is voorzien van het kenmerk "RADIOACTIVE" op hetzij:
    1. een inwendig oppervlak op een zodanige wijze, dat een waarschuwing voor de aanwezigheid van radioactieve stoffen zichtbaar is bij het openen van het collo; hetzij
    2. de buitenzijde van het collo, wanneer het niet praktisch is om de kenmerking op een inwendig oppervlak aan te brengen.
  3. als het collo splijtstoffen bevat, een van voorschriften in 2.2.7.2.3.5 (a) t/m (f) wordt toegepast.

 

2.2.7.2.4.1.5

Uraniumhexafluoride dat de grenswaarden in kolom 4 van tabel 2.2.7.2.4.1.2 niet overschrijdt, mag worden ingedeeld onder UN 3507 URANIUMHEXAFLUORIDE, RADIOACTIEVE STOFFEN, VRIJGESTELD COLLO, minder dan 0,1 kg per collo, niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld, onder voorwaarde dat:

  1. De massa uraniumhexafluoride in het collo kleiner is dan 0,1 kg;
  2. Aan de voorwaarden van 2.2.7.2.4.5.2 en 2.2.7.2.4.1.4 (a) en (b) is voldaan.

 

2.2.7.2.4.1.6

Industriële voorwerpen, vervaardigd van natuurlijk uranium, verarmd uranium of natuurlijk thorium of industriële voorwerpen, waarin de enige radioactieve stof niet bestraald natuurlijk uranium, niet bestraald verarmd uranium of niet bestraald natuurlijk thorium is, mogen worden ingedeeld onder UN-nummer 2909 RADIOACTIEVE STOFFEN, VRIJGESTELD COLLO - INDUSTRIËLE VOORWERPEN VAN NATUURLIJK URANIUM of VAN VERARMD URANIUM of VAN NATUURLIJK THORIUM, mits het buitenoppervlak van het uranium of thorium is bedekt met een inactieve mantel, vervaardigd van metaal of een ander degelijk materiaal.

 

2.2.7.2.4.1.7

Een lege verpakking die tevoren radioactieve stoffen heeft bevat, mag worden ingedeeld onder UN-nummer 2908 RADIOACTIEVE STOFFEN, VRIJGESTELD COLLO - LEGE VERPAKKING, mits:

  1. deze in een goed onderhouden toestand verkeert en op veilige wijze is gesloten;
  2. het buitenoppervlak van eventueel aanwezig uranium of thorium in de constructie daarvan is bedekt met een inactieve mantel vervaardigd van metaal of een ander degelijk materiaal;
  3. het niveau van de inwendige afwrijfbare besmetting, gemiddeld over een willekeurige 300 cm2 niet hoger is dan:
    1. 400 Bq/cm2 voor bèta- en gamma-stralers en voor alfastralers van geringe toxiciteit;
    2. 40 Bq/cm2 voor alle andere alfa-stralers; en
  4. alle etiketten die daarop mogelijk te zien waren overeenkomstig 5.2.2.1.11.1 niet langer zichtbaar zijn; en
  5. als het collo splijtstoffen heeft bevat, een van de voorschriften in 2.2.7.2.3.5 (a) tot (f) of een van de voorschriften voor uitsluiting in 2.2.7.1.3 wordt toegepast.

 

2.2.7.2.4.2

Classificatie als stoffen met geringe specifieke activiteit (LSA) (Low Specific Activity).

Radioactieve stoffen mogen alleen als LSA-stoffen worden geclassificeerd indien voldaan is aan de definitie van LSA in 2.2.7.1.3 en de voorwaarden van 2.2.7.2.3.14.1.9.2 en 7.5.11 CW 33(2).

 

2.2.7.2.4.3

Classificatie als voorwerp met besmetting aan het oppervlak (SCO) (Surface Contaminated Object).

Radioactieve stoffen mogen alleen als SCO worden geclassificeerd indien voldaan is aan de definitie van SCO in 2.2.7.1.3 en de voorwaarden van 2.2.7.2.3.2, 4.1.9.2 en 7.5.11 CV 33(2).

 

2.2.7.2.4.4

Classificatie als collo van type A

Colli die radioactieve stoffen bevatten, kunnen geclassificeerd worden als colli van type A onder voorwaarde dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:

Colli van type A mogen geen activiteit bevatten groter dan hetzij:

  1. voor radioactieve stoffen in speciale toestand: A1; hetzij
  2. voor alle andere radioactieve stoffen: A2.

    Voor mengsels van radionucliden, waarvan de identiteit en de respectievelijke activiteiten bekend zijn, is de
    volgende voorwaarde van toepassing op de radioactieve inhoud van een collo van type A:

    2.2.7.2.4.4

    waarin:
    B(i) de activiteit is van de radionuclide i als radioactieve stof in speciale toestand;
    A1(i) de waarde is van A1 voor radionuclide i;
    C(j) de activiteit is van de radionuclide j als radioactieve stof, niet in speciale toestand;
    A2(j) de waarde is van A2 voor radionuclide j.

 

2.2.7.2.4.5

Classificatie van uraniumhexafluoride

 

2.2.7.2.4.5.1

Uraniumhexafluoride mag uitsluitend worden ingedeeld onder:

  1. UN-nr. 2977, RADIOACTIEVE STOFFEN, URANIUMHEXAFLUORIDE, SPLIJTBAAR;
  2. UN-nr. 2978, RADIOACTIEVE STOFFEN, URANIUMHEXAFLUORIDE, niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld; of
  3. UN-nr. 3507, URANIUMHEXAFLUORIDE, RADIOACTIEVE STOFFEN, VRIJGESTELD COLLO, minder dan 0,1 kg per collo, niet splijtbaar of splijtbaar, vrijgesteld.

 

2.2.7.2.4.5.2

De inhoud van een collo dat uraniumhexafluoride bevat, moet aan de volgende vereisten voldoen:

  1. Voor UN-nrs. 2977 en 2978 mag de massa uraniumhexafluoride niet afwijken van de massa die voor het model van het collo is toegestaan, en voor UN-nr. 3507 moet de massa uraniumhexafluoride kleiner zijn dan 0,1 kg;
  2. De massa uraniumhexafluoride mag niet groter zijn dan een waarde die zou leiden tot een vrije ruimte bij de hoogste temperatuur van het collo kleiner dan 5%, zoals vastgesteld voor het systeem van de installatie waar het collo zal worden gebruikt; en
  3. Het uraniumhexafluoride is in vaste vorm en de inwendige druk is bij de aanbieding ten vervoer niet hoger dan de atmosferische druk.

 

2.2.7.2.4.6

Classificatie als colli van type B(U), type B(M) of type C

 

2.2.7.2.4.6.1

Colli die in 2.2.7.2.4 (2.2.7.2.4.1 t/m 2.2.7.2.4.5) niet anders zijn geclassificeerd, moeten in overeenstemming zijn met het Certificaat van Goedkeuring voor het collo van de bevoegde autoriteit, afgegeven door het land van herkomst van het ontwerp.

 

2.2.7.2.4.6.2

De inhoud van colli van type B(U), type B(M) of type C is zoals vermeld op het Certificaat van Goedkeuring.

 

2.2.7.2.5

Speciale regelingen

Radioactieve stoffen moeten worden geclassificeerd als vervoerd krachtens een speciale regeling, indien het in de bedoeling ligt deze te vervoeren in overeenstemming met 1.7.4.