Hoofdstuk 2 | ||
1.2 | Definities, meeteenheden en afkortingen | |
1.2.1 | Definities | |
1.2.2 | Meeteenheden |
Hoofdstuk 5 | ||
1.5 | Afwijkingen | |
1.5.1 | Tijdelijke afwijkingen | |
1.5.2 | Gereserveerd |
2.2.43
Klasse 4.3: Stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen
2.2.43.1
Criteria
De stoffen en voorwerpen van klasse 4.3 zijn als volgt onderverdeeld:
- W Stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen, zonder bijkomend gevaar, en voorwerpen die dergelijke stoffen bevatten
- W1 Vloeistoffen
W2 Vaste stoffen - W3 Voorwerpen
- W1 Vloeistoffen
- WF1 Stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen, vloeibaar, brandbaar
- WF2 Stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen, vast, brandbaar
- WS Stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen, voor zelfverhitting vatbaar, vast
- WO Stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen, oxiderend, vast
- WT Stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen, giftig
- WT1 Vloeistoffen
- WT2 Vaste stoffen
- WC Stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen, bijtend
- WC1 Vloeistoffen
- WC2 Vaste stoffen
- WFC Stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen, brandbaar, bijtend.
Eigenschappen
Bepaalde stoffen kunnen in contact met water brandbare gassen ontwikkelen die met lucht explosieve mengsels kunnen vormen. Dergelijke mengsels worden gemakkelijk ontstoken door alle normale ontstekingsbronnen, bijv. onbeschermde lichtbronnen, handgereedschap dat vonken afgeeft of onbeschermde lampen.
De schokgolf die daarvan het gevolg is en de vlam kunnen personen en het milieu in gevaar brengen. De beproevingsmethode waarna verwezen wordt in 2.2.43.1.4 hieronder is bedoeld om vast te stellen of de reactie van een stof met water leidt tot de ontwikkeling van een gevaarlijke hoeveelheid gassen die brandbaar kunnen zijn. Deze beproevingsmethode mag niet worden toegepast bij pyrofore stoffen.
Classificatie
De in klasse 4.3 ingedeelde stoffen en voorwerpen zijn genoemd in tabel A van hoofdstuk 3.2. De indeling van stoffen en voorwerpen die niet met name zijn genoemd in tabel A van hoofdstuk 3.2 in de juiste positie van subsectie 2.2.43.3 overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 2.1 moet geschieden op grond van de resultaten van de beproevingsmethoden overeenkomstig het Handboek beproevingen en criteria deel III, sectie 33.5; hierbij moet ook rekening worden gehouden met ervaring, indien deze tot een strengere indeling leidt.
Indien niet met name genoemde stoffen en voorwerpen onder één van de posities in 2.2.43.2 worden ingedeeld op grond van de beproevingsmethoden overeenkomstig het Handboek beproevingen en criteria, deel III, sectie 33.5, zijn de volgende criteria van toepassing:
Een stof moet worden ingedeeld in klasse 4.3, indien:
- het ontwikkelde gas spontaan ontbrandt tijdens een willekeurige fase van de beproeving, of
- een debiet van brandbaar gas per kg stof wordt gemeten, groter dan 1 liter per uur.
Opmerking: Aangezien metaalorganische stoffen afhankelijk van hun eigenschappen in klasse 4.2 of 4.3 met aanvullende bijkomende gevaren kunnen worden ingedeeld, is in 2.3.5 een speciaal beslissingsschema voor de classificatie van deze stoffen opgenomen.
Indien de stoffen van klasse 4.3 als gevolg van toevoegingen overgaan naar een andere gevaarscategorie dan die waartoe de met name in tabel A van hoofdstuk 3.2 genoemde stoffen behoren, moeten deze mengsels worden ingedeeld in de posities waartoe zij op grond van hun werkelijke gevaarseigenschappen behoren.
Opmerking: Voor de indelingen van oplossingen en mengsels (zoals preparaten, formuleringen en afvalstoffen) zie ook 2.1.3.
Op grond van de beproevingsmethoden overeenkomstig het Handboek beproevingen en criteria, deel III, sectie 33.5, en de criteria van 2.2.43.1.5, kan ook worden vastgesteld of de aard van een met name genoemde stof zodanig is, dat deze stof niet is onderworpen aan de voorwaarden van deze klasse.
Indeling in verpakkingsgroepen
Stoffen en voorwerpen, ingedeeld onder de verschillende posities in tabel A van hoofdstuk 3.2 moeten op overeenkomstig het Handboek beproevingen en criteria, deel III, sectie 33.5, worden ingedeeld in verpakkingsgroep I, II en III op grond van de volgende criteria:
- In verpakkingsgroep I worden ingedeeld: alle stoffen die bij kamertemperatuur heftig met water reageren, waarbij in het algemeen een gas wordt ontwikkeld dat spontaan kan ontbranden, of stoffen die bij kamertemperatuur gemakkelijk met water reageren, zodanig dat het debiet van het ontwikkelde brandbare gas per kg stof tijdens een willekeurige minuut van de beproeving groter dan of gelijk aan 10 liter is.
- In verpakkingsgroep II worden ingedeeld: alle stoffen die bij kamertemperatuur gemakkelijk met water reageren, waarbij een brandbaar gas wordt ontwikkeld met een hoogste debiet per kilogram stof groter dan of gelijk aan 20 liter per uur, en die niet voldoen aan de criteria van verpakkingsgroep I.
- In verpakkingsgroep III worden ingedeeld: alle stoffen die bij kamertemperatuur langzaam met water reageren, waarbij een brandbaar gas wordt ontwikkeld met een hoogste debiet per kilogram stof groter dan of gelijk aan 1 liter per uur, en die niet voldoen aan de criteria van de verpakkingsgroepen I of II.
Niet ten vervoer toegelaten stoffen
Met water reactieve vaste stoffen, oxiderend, die zijn ingedeeld onder UN-nummer 3133, zijn niet ten vervoer toegelaten, behalve indien zij voldoen aan de voorschriften van klasse 1 (zie ook 2.1.3.7).
Lijst van verzamelaanduidingen
- Metalen en legeringen van metalen, die in contact met water geen brandbare gassen ontwikkelen en die niet pyrofoor of voor zelfverhitting vatbaar zijn, maar gemakkelijk brandbaar, zijn stoffen van klasse 4.1. Aardalkalimetalen en legeringen van aardalkalimetalen in pyrofore toestand zijn stoffen van klasse 4.2. Stof en poeder van metalen in pyrofore vorm zijn stoffen van klasse 4.2. Metalen en legeringen van metalen in pyrofore vorm zijn stoffen van klasse 4.2. Verbindingen van fosfor met zware metalen, zoals ijzer, koper, etc. zijn niet aan de voorschriften van het ADR onderworpen.
- Metalen en legeringen van metalen in pyrofore toestand zijn stoffen van klasse 4.2.
- Chloorsilanen met een vlampunt lager dan 23 oC, die in contact met water geen brandbare gassen ontwikkelen, zijn stoffen van klasse 3. Chloorsilanen met een vlampunt van 23 oC en hoger, die in contact met water geen brandbare gassen ontwikkelen, zijn stoffen van klasse 8.